René Kneyber stelt in Trouw dat scholen geen kant op kunnen met leerlingen met gedragsproblemen. En dat het dus geen wonder is dat leraren soms hardhandig ingrijpen uit een gevoel van onmacht. “Zo ervaren leraren dat stelselmatig en soms ronduit misdadig en gewelddadig gedrag ongestoord kan doorgaan.” Hij pleit voor een adequaat gedragsbeleid voor leraren en leerlingen, waarin de rechten van de welwillenden en het recht op veilig onderwijs zwaarder wegen dan het recht op onderwijs van moedwillige raddraaiers.
Kneyber schrijft zijn bijdrage naar aanleiding van het bericht dat een leraar die een herrieschopper stevig aanpakte door zijn school op staande voet werd ontslagen. Maar zijn zorg gaat verder. En wat mij betreft ook wel terecht. Kneyber stelt dat verwijzing van probleemleerlingen vaak niet lukt. “Scholen voor speciaal onderwijs, waar leerlingen met bijvoorbeeld gedragsproblemen extra zorg en aandacht kunnen krijgen, zitten vol. En andere scholen zitten er niet op te wachten.”
De wet op passend onderwijs geeft scholen de verplichting om voor elk kind een passende onderwijsplek te vinden. En dat is goed. Het is mijn ervaring dat scholen af en toe wel erg gemakkelijk kinderen die wat extra aandacht nodig hebben, doorverwijzen. We doen in Nederland nog steeds veel kinderen tekort, omdat ze niet het onderwijs krijgen waar ze in mijn ogen recht op hebben. Soms gebeurt dat uit onkunde en soms uit gemakzucht en onwil. Maar heel vaak, omdat scholen worden afgerekend op resultaten. Scholen zijn bang dat ‘zorgleerlingen’ de resultaten negatief beïnvloeden.
Waar de wet op passend onderwijs niet in voorziet, en de leerplichtwet ook niet trouwens, is het feit dat sommige leerlingen gewoon niets op een reguliere school te zoeken hebben. Niet iedere leerling is gebaat bij onderwijs tot zijn zestiende. Er bestaan kinderen (en ik ken er verschillende) voor wie school een hel is en die in staat zijn de school voor anderen tot een hel te maken. Voor zulke kinderen moeten andere trajecten worden ingezet. En die zouden vaker dan nu het geval is vrijstelling moeten krijgen van de leerplicht.
Kneyber heeft gelijk. Het recht op veilig onderwijs voor velen weegt zwaarder dan het recht op onderwijs van een moedwillige raddraaier. Al vraag ik me af of die raddraaier zelf niet zou spreken over ‘de plicht op onderwijs’. Ik hoop dat de wet op passend onderwijs scholen die impuls geeft die nodig is om meer naar de behoeften van leerlingen te kijken en minder naar het systeem dat we school noemen. En ik hoop dat we gaan inzien dat school niet voor iedere leerling passend te maken is. En er bestaan leerlingen (al zijn dat er heel erg weinig) die door hun moedwillig gedrag het recht op onderwijs gewoon verspelen. Misdadig en gewelddadig gedrag is gewoon niet acceptabel. Punt.
alderik visser
23 augustus 2014
Beste René
Ik kan je gedachtengang wel volgen. Maar toch blijft het knagen: welke zijn dan die (weinige) leerlingen die het recht op onderwijs verspelen? Als je dat niet heel, heel, heel duidelijk definieert, worden dat er gemakkelijk meer dan weinig, doordat het scholen, docenten, medeleerlingen, zoals door de andere René geanalyseerd, aan een adequaat instrumentarium ontbreekt om met vervelend gedrag te ‘dealen’
En: kun / mag je (juist) deze leerlingen wel dat recht ontnemen – juridisch én ethisch? Gedragsproblemen ontstaan niet ‘zomaar’ en lastig gedrag is niet, of maar in beperkte mate aangeboren. Ik zou zeggen dat juist zulke kinderen én hulp én onderwijs nodig hebben..
Ik ben geen tegenstander van ‘passend onderwijs’, voor zover het inderdaad om integratie van jongeren gaat, en niet om bloss bezuinigingen. Want: is het wel reëel om te verwachten dat ‘gewone’ scholen het passende onderwijs kunnen bieden dat jongeren met (ernstige) regulatieproblemen kunnen helpen op het juiste spoort te komen / blijven? Me dunkt dat gemeentes – alle gemeentes, ook (juist :)) Oss – er goed aan doen erop te anticiperen dat dat in het geval van sommige jongeren (jongens) niet gaat lukken, en alvast gaan nadenken aan de inrichting van (meer) time-out voorzieningen met gespecialiseerde begeleiding.
dank
alderik
Jacques Smeets
23 augustus 2014
De vraag dringt zich aan mij op wat een “herrieschopper” is, maar vooral waar die herrieschopperij vandaan komt. Een leerling gaat niet “zomaar” herrie schoppen.
Betrokkene én buitenstaanders (ook deskundigen) zoeken vaak een schuldige en vinden die meestal in de school, het leerstelsel, de onderwijzer. Vaak worden dan ook nog vage omstandigheden erbij betrokken, zoals cultuur, omgang en karakter.
Tussen school en leerling (incl. thuisfront) is er altijd een wisselwerking. Die kan door allerlei omstandigheden worden verstoord, waardoor er onrust ontstaat. Die onrust komt o.a. tot uiting in het gedrag van een leraar, leerling of thuisfront. Hoe ernstiger de verstoring, des te meer wijkt het gedrag af van de gangbare “norm”.
Wat duidelijk is, is dat het een uiterst complexe zaak is en dat hier nooit uitsluitend gekeken mag worden naar het gedrag van een raddraaier/herrieschopper. Tegelijkertijd wil ik beamen dat raddraaiers tot de orde geroepen dienen te worden, ook op school.
In het boek “Het alternatief” van Stichting Beroepseer wordt de complexiteit binnen het onderwijs meer en meer ontrafeld. Rene Kneyber heeft aan de totstandkoming van dit boek een belangrijke bijdrage geleverd.
http://beroepseer.nl/nl/publicaties/boeken#hetalternatief
hermine schaap
24 augustus 2014
uw stelling zegt dus per definitie dat u de kinderen opgeeft.
juist deze jeugd heeft de zorg nodig omdat ze elders ook is opgegeven.
dit gedrag komt niet uit de lucht vallen en en er ligt heel wat problematiek aan ten grondslag.
geen onderwijs wil zeggen,geen kans op de arbeidsmarkt.
misschien moet er wat aan de opleiding van de leerkracht gedaan worden,om hieraan het hoofd te bieden.
eigenlijk hoort het woord ;opgeven” niet in de dictionaire thuis.
persoonlijk houd ik meer v/h liedje;we zullen doorgaan”.
Jacques Smeets
24 augustus 2014
Leerlingen zijn niet vanuit zichzelf en plotseling op een school beland. Daaraan gaat een aantal jaren van opvoeding door ouders vooraf. In die jaren wordt een kind gevormd zoals het is op het moment dat het op school komt.
De eerste verantwoordelijkheid ligt derhalve bij de ouders. Maar ja, vandaag de dag lijkt het gemakkelijker (gemakzuchtig) om die verantwoordelijkheid door te schuiven naar de leerkrachten, de school, de politiek en regels.
Kinderen die zich op school manifesteren als raddraaiers, zijn op dat moment al lang opgegeven door hun natuurlijke ouders. Alhoewel, het woord “opgeven” misschien niet het juiste woord is. Wellicht zou je kunnen zeggen dat de kinderen uit hun handen zijn ontglipt.
Marieke
24 augustus 2014
Eens met Rene. Natuurlijk krijgen in een ideale wereld alle kinderen het onderwijs dat voor hen passend is. Maar in de huidige realiteit, met overvolle klassen en zwaar belaste leerlingen, ontkomen we er niet aan keuzes te maken. De klasgenoten van ‘raddraaiers’ hebben ook rechten. Als zij met ‘raddraaier’ in de klas geen passend onderwijs krijgen en zonder wel, gaan de belangen van de overige 31 leerlingen voor mij boven het belang van die ene.
Rob Alberts
30 augustus 2014
Ik ben er van overtuigd dat elke leerling wil leren.
Het is aan de school om de hobbels en struikelblokken te herkennen en te helpen slechten.
Het speciaal onderwijs heeft daarvoor kennis en ervaring opgebouwd, jammer genoeg heeft de politiek dit weer afgebroken.
Bezorgde groet,
Dirk K.
11 oktober 2014
Dirck van Bennekom (Lid bestuur VO-raad en bestuurder Alliantie Voortgezet Onderwijs): “We moeten ervoor zorgen dat een leerling die dat nodig heeft een extra steuntje in zijn rug krijgt, om met een diploma van school af te komen.” (Video) http://bit.ly/1tNvXaC