“Als iets eruitziet als een eend, zwemt als een eend, en kwaakt als een eend, dan is het waarschijnlijk een eend.” In het Engels noemen ze zo’n redenering een ‘Duck test’. Iets is wat het is. Zelfs als je het anders noemt. “Iedereen wordt er beter van.” Dat zegt minister Bussemaker over het sociaal leenstelsel voor studenten. “De voorwaarden zijn soepel en het geld investeren we in beter onderwijs.” Maar een lening is een lening. En een schuld is een schuld. En daar word je echt niet beter van. Zelfs niet als je dat sociaal noemt.
Neen, ik geloof niet in een doemscenario. Er zullen zich echt niet dramatisch veel minder studenten inschrijven omdat ze last hebben van ‘leenangst.’ En de meesten kunnen die studieschuld op den duur ook wel terug betalen. Maar je werkende leven moeten starten met een schuld die kan oplopen tot wel dertigduizend euro is gewoon niet goed. En als student moet je geestelijk wel erg lenig zijn om Bussemaker te geloven als ze zegt dat je daar nog beter van wordt ook.
Het meest waarschijnlijke scenario is dat studenten veel meer gaan werken naast hun studie. Daardoor zullen studenten langer over hun studie doen. En veel ouders willen niet dat hun kind moet starten met een studieschuld. Deze ouders zullen hun kind veel meer gaan ondersteunen. Voor de middeninkomens is dat een enorme aanslag op hun koopkracht. Tenslotte wordt doorstuderen enorm ontmoedigd. Dat vind ik allemaal onwenselijk. Dat leenstelsel is geen goed idee.
Het ziet er uit als een schuld, het klinkt als een schuld en je moet het terugbetalen als een schuld. Het is dus gewoon een schuld. En van het hebben van schulden wordt niemand beter. “Het gaat hier om het principe,” zegt Rob Wijnberg in de Correspondent. “Het principe dat je leven, nog voor het goed en wel begonnen is, al gepaard gaat met het opbouwen van een schuld. Dat het onderwijs, het fundamenteelste onderdeel van een beschaafde samenleving, datgene wat de criminaliteit bestrijdt, de kenniseconomie draaiende houdt en de vooruitgang waarborgt, voortaan op afbetaling komt. Dat er rente zit op onze toekomst.” Wijnberg heeft gelijk.
Robert-Jan Steegman
5 juni 2014
Ik wil mezelf geen visionair noemen (dat mag jij doen René :-)) maar toen ik als een van de eersten studiefinanciering ontving in plaats van dat mijn ouders extra (driemaal) kinderbijslag kregen (oude systeem) heb ik al aangegeven dat vanaf toen de studiefinanciering alleen maar zou gaan afnemen. Het is immers makkelijker om aan geld van studenten te komen dan aan het geld van hun ouders. En inderdaad, van de 600 gulden in de maand zijn we bijna 30 jaar later teruggekeerd op een recht om te mogen lenen en een ongevraagde OV-kaart.
Wat betreft studenten hink ik op twee gedachten. Aan de ene kant hebben we behoefte aan goed opgeleide mensen en mogen we daar als samenleving iets voor over hebben. Maar goed, collegegeld is verre van kostendekkend, het grootste gedeelte van onze begroting gaat immers naar onderwijs. Een sociaal leenstelsel kan ervoor zorgen dat iedereen kan blijven studeren, ook als ouders niet kunnen of willen bijspringen. Voor de ouders die dat kunnen en ook de verantwoordelijkheid voelen kan het de aanleiding zijn om geld opzij te zetten om de kinderen een goede start te geven. Als dat het effect is, oftewel meer verantwoordelijkheidsgevoel bij zowel ouders als studenten, dan kan ik me eigenlijk wel vinden in dit stelsel.
Jos Verstegen
5 juni 2014
Zie https://twitter.com/Piratenpartij/status/473587436287954944/photo/1
De Noodkreet (@denoodkreet)
5 juni 2014
zowel de redenering van Jos als Rene voorzien in genoeg logische argumentatie om “de eend” te zien. Consumeren is niet heilig en de afbreuk aan ons onderwijs is een korte termijn visie waarvan volgende generaties de rekening mogen gaan betalen. Maar wat kun je er lokaal aan doen?