Niet alles gaat goed binnen de jeugdzorg. En professionals maken fouten. Het is goed en noodzakelijk dat kritiek of klachten officieel worden behandeld. En het is ook goed dat tegen een uitspraak in beroep kan worden gegaan. Maar er zijn nu zoveel procedures en klacht-, tucht- en toezichtinstanties dat men door de bomen het bos niet meer ziet. Dat legt overdreven druk op professionals die zich voor eenzelfde feit soms wel zeven keer moeten verantwoorden. Dat moet anders.
Aanstaande donderdag 21 juni spreekt de Tweede Kamer over de evaluatie van de jeugdwet. Die evaluatie heeft (voor de ouderen onder ons) het formaat van een telefoonboek. Naast die evaluatie organiseerde de commissie een hoorzitting met mensen uit het veld, deskundigen, wetenschappers en ervaringsdeskundigen. Wat gaat goed? En wat kan er beter? Dat was de vraag.
Mij trof het verhaal van Adri van Montfoort. Wat mij betreft is hij een autoriteit op het gebied van jeugdzorg en jeugdbescherming. “Stel, een gedragsdeskundige in de jeugdbescherming adviseert de plaatsing van een kind in het pleeggezin te verlengen. De ouders hebben kritiek op dat advies. Bij de kinderrechter vechten ze het advies aan. Daarnaast gaan ze klachten indienen tegen de gedragsdeskundige.” Dat is natuurlijk prima. Klacht- en tuchtrecht zijn heel belangrijk. Maar er zijn nu wel heel veel procedures en instanties.
Van Montfoort: “De ouders dienen een klacht in bij de klachtencommissie van de instelling waar de deskundige werkt. (1) Ze starten een tuchtrechtelijke procedure bij de beroepsvereniging NVO (2), een bij het NIP (3) en een bij de BIG tuchtrechter (4). Ook dienen zij een klacht in bij de Kinderombudsman (5) en bij de inspectie voor de jeugdzorg (6). Tevens dienen zij een klacht in bij de gemeentelijke ombudsman, het college van B&W, de commissie beroeps- en bezwaarschriften en de gemeenteraad. (7) En de ouders laten weten dat ze in een later stadium een procedure zullen voeren bij de civiele rechter om een schadevergoeding te krijgen.”
Van Montfoort: “Al deze procedures kunnen naast elkaar gevoerd worden. En bij sommigen is hoger beroep mogelijk. Met alle nuanceringen die aan te brengen zijn, levert iedere procedure forse stress op bij een professional. En moet de gedragsdeskundige pakweg twee jaar een flink deel van haar tijd besteden aan de verdediging binnen alle procedures.” En al die tijd kan ze niet besteden aan haar eigenlijke werk.
Komende donderdag zal ik de minister vragen te reageren op de analyse van Van Montfoort. Dat de stapeling van alle procedures en klacht-, tucht- en toezichtinstanties een beetje uit de hand is gelopen lijkt me duidelijk. Dat kost onnodig veel strijd, tijd, geld en energie. Is het mogelijk stevig te snoeien in het woud van toezicht? Of is de afspraak dat een professional zich slechts één keer hoeft te verdedigen voor hetzelfde feit, waarna slechts één keer de mogelijkheid tot hoger beroep bestaat, voldoende? Ik ben benieuwd.
Ferry en Annemieke
17 juni 2018
Tja, vinden wij dus niet.. als een zgn professional een fout maakt, dan zijn voor ouders de gevolgen vaak enorm. Helemaal als je in een neerwaardse spiraal komt waarbij onvoldoende waarheidsvinding gedaan wordt.
Bovendien heb je als ouder amper gesprekken met de zgn gedragsdeskundige. Een schimmig persoon die wel over je beslist, maar zeker niet met je beslist…
In de evaluatie jeugdwet zie ik overigens niet de mening ervaring en visie van ouders genoemd…
Ouders klagen niet ondat ze dat leuk vinden. Ouders klagen omdat ze daar redenen voor hebben.
Frans
18 juni 2018
Met de reactie van Ferry en Annemarie volledig eens. Bij klachten en procedures wordt er nauwlijks geluisterd naar de ouders en daarom worden deze steeds fanatieker in het opkomen voor hun kind(eren). Aan waarheidsvinding wordt hierbij niet gedaan. Er wordt volop gelogen en verzonnen, wat dan niet op waarheid wordt gecontroleerd.
De maatschappij moet blij wezen dat ouders voor hun kind(eren) opkomen, ook als dat lastig is. Altijd nog beter dan over de reling kieperen.
Petra
20 juni 2018
Kijk Rene dit zijn goede vragen waar een antwoord op moet komen, succes morgen !
Bianca van der Leest
22 juni 2018
Er is een verschil tussen het ergens inhoudelijk niet mee eens zijn en vinden dat een professional zijn werk niet goed doet (ten aanzien van procedure, bejegening, etc.). Dit loopt nu door en naast elkaar in de verschillende procedures. Ook is er een onderscheid te maken tussen klagers die oprecht het niet eens zijn met iets en klagers bij wie het voeren van klachten- beroep- en bezwaarprocedures onderdeel is van de wijze waarop zij zich staande houden in het leven. De laatste groep zit in de overlevingsstand en heeft het voeren van strijd gekozen als middel. Zou het niet beter zijn iets te doen aan de wijze van coping, in plaats van het meegaan in de strijd, waarbij er alleen verliezers zijn? Bij zulke cliënten lukt het vaak al niet om een goede werktelatie op te bouwen, en dat is essentieel voor het krijgen van resultaat.
Niet alleen de professional is er veel tijd en energie mee kwijt, ook andere disciplines. Zo kost het afhandelen van klachten mij als manager een dagdeel in de week. Ook de klager kost het veel stress en tijd, tijd die niet besteed wordt aan het samenwerken om de kinderen blijvend veilig te krijgen.
We moeten iets beters verzinnen; dit levert zelden op waarvoor het bedoeld is; de mogelijkheid misstanden aan de kaak te stellen en te herroepen. Ik denk graag mee.
Ronald van Engelen
22 juni 2018
Beste Bianca,
Vanuit een iets ander perspectief zou je kunnen stellen: “Ook is er een onderscheid te maken tussen klachtbehandelaars die de in klacht uitgedrukte onvrede serieus nemen en werkelijk zien als een mogelijke bijdrage aan de verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening, en klachtbehandelaars voor wie klachten- beroep- en bezwaarprocedures een potentiële bedreiging van het eigen comfort/de eigen positie vormen en die misbruiken omwille van het veiligstellen van de eigen carrière bijvoorbeeld middels het bewijzen van de eigen foute loyaliteit.”
Gelukkig ging het in het debat gisteravond wél over de werkelijke problematiek vanuit een willen deugen en werkelijke “meerpartijdigheid” die daar vanzelfsprekend uit volgt; zowel (goedwillende/noodlijdende) hulpvragers als (goedwillende/professionele) hulpverleners en hun leiders worden gehinderd door de complexe administratieve realiteit.
Beroepsklagers, valse meldingen en aangiftes kunnen we daarin net zo min gebruiken als cynisch bestuur of klachtenbehandeling in dienst van carrières.
Complimenten aan René, zijn collegas en de minister voor het debat; hun professionalieit geeft hoop!
Met vriendelijke groet,
Ronald
krijntenhove
29 juni 2018
Het is of ik de vice voorzitter van Jeugdzorg Nederland hoor praten: René Meuwissen. Ook hij wil de klachtenprocedures inperken en het liefst helemaal weg halen want zijn medewerkers zijn top en maken geen fouten. Als mensen klagen dan doen ze dat omdat ze op komen voor de belangen van hun kinderen en hun eigen rechten. Belangen die door de gemiddelde JZW-er stelselmatig genegeerd worden. En gedragswetenschappers? die hebben al zoveel maal over mensen geoordeeld zonder ze te zien of er een echt onderzoek naar in te stellen. De gemiddelde medewerker van een GI praat graag over mensen en niet met mensen.
Wil je de klachten voorkomen beste Bianca, investeer dan in de cliënten, betrek ze bij wat je doet, kom van je troon af en stop met arrogant handelen. bespreek inhoudelijk wat je doet, kom je afspraken na, volg de beschikkingen van rechters op zoals ze op papier staan en geef er geen eigen draai aan, doe aan waarheidsvinding maar bovenal wees eerlijk.
Ik heb in de afgelopen anderhalf jaar inmiddels tientallen dossiers gezien en gelezen. en ieder keer als ik denk dit is het ergste wat je kan overkomen, dan krijg ik de volgende keer nog weer een schrijnender verhaal. met als grote gemene deler: de continue naar voren komende leugens(juridisch gezien bevat bijna ieder stuk van een GI smaad en laster omdat er niet onderbouwde en bewijsbare aannames als feiten worden gepresenteerd), gebrek aan communicatie en een compleet gebrek aan kennis over de laatste ontwikkelingen in de kinder psychologie.
En eens klagen om het klagen kan niet, maar als je dan je klachten gegrond verklaard krijgt dan mag je ook verwachten dat je het gaat oplossen. maar nee dan krijg je excuses met de opmerking we zullen het bespreken en dat dit niet meer mag voorkomen. Procedures worden niet aangepast, dus er wordt niets geborgd, en de klacht wordt niet opgelost. vind je het dan gek dat mensen blijven klagen en in beroep gaan. nee ik niet.
Ook voor de JZW-er geldt at de uitspraken van de rechter bindend zijn. handel daar dan naar. Wat jullie nu doen is echt alsof jullie je buiten de maatschappij plaatsen. En als je echt van goede wil bent Bianca, sta dan op en zeg tegen je leidinggevende en diegene aan wie jij leiding geeft: dit kan zo niet langer. we moeten het anders doen. want net zoals jullie vragen aan jullie cliënten: wat is jouw aandeel in dit dossier kaats ik hem hier terug:
Bianca, vertel is: wat is jouw aandeel in al die klachten? en wat kan jij doen om die klachten te voorkomen?
Ferry en annemieke
29 juni 2018
Idd, hoe kan het dat jij t wel snapt, en bianca niet?
krijntenhove
29 juni 2018
Dank je wel Ferry en Annemieke voor je reactie. Het is de reflex van de hulpverlener die af blijft gaan op datgene waarvan zij denkt dat ze goed doet. Zij heeft er voor geleerd en de rest heeft er geen verstand van. Hoe durft een cliënt te denken dat zij een jeugdzorgwerker iets fout doet? Zij zijn de professional met expertise.
Maar een echte professional weet wat hij wel en niet kan. weet waar zijn grenzen ligt. En als je met cliënten om gaat dan laat je die in hun waarde, bespreekt zaken met ze. allemaal competenties die 95% van de JZW-ers echt niet hebben. sorry maar mijn ervaringen en dossieronderzoeken tonen dat nadrukkelijk aan dat de jeugdzorg echt ziek is. En elk mens staat open voor kritiek van anderen om er beter van te worden. maar in de jeugdzorg herkent men zich standaard niet in kritiek en zijn ze standaard bezig met verbeterprocessen. alleen hoe kan het dan dat er zoveel klachten blijven komen, dat de jeugdzorg nog altijd er zo slecht op staat? Hoogeveen, Nulde, Baby Hannah moet ik nog even doorgaan. En een lopend onderzoek toont aan dat het niet allemaal teleurgestelde een gefrustreerde ouders zijn. Nee het zijn allemaal mensen die opkomen voor hun rechten en belangen. .Maar de reactie van Bianca is de standaard reflex van de zorgverleners en de instanties waar ze voor werken.
Daarom is de oproep van René Peters ook onbegrijpelijk voor mij. Als de jeugdzorgwerkers kwaliteit leveren en echt handelen volgens de beschikkingen en accepteren wat de uitspraken van de rechters zijn en de adviezen van de echte professionals zoals psychologen opvolgen, stoppen met verdraaien van feiten en leren eerlijk te zijn, dan zijn er geen klachten. Als René Peters het aantal klachten echt wil verminderen dan maakt hij zich hard voor kwaliteitsslagen in de jeugdzorg en meer werk van waarheidsvinding in de jeugdzorg, naleving van het Haags Kinderrechtenverdrag en nakoming van het recht op contact tussen ouders en kind. in plaats van de klacht mogelijkheden te verminderen. Want de klachten verminderen echt wel als de jeugdzorg in Nederland gaat doen wat ze moeten doen. En dat verandert als de tweede kamer echt werk gaat maken van het rapport Scheiden zonder schade en de adviezen van Rouvoet (blz 25) verplicht met spoed gaat doorvoeren. En werkt een GI niet mee? dan direct intrekken van de certificering. En nog en tip voor de tweede kamer: geef de gemeenten als budgethouders alle ruimte om de jeugdzorginstellingen te controleren. Nu houdt Jeugdzorg Nederland alle controle weg zodat ze ongegeneerd door kunnen blijven gaan met hun experimenten op kinderen en ouders.
Ik sta open voor een open discussie met René Peters.
krijntenhove
29 juni 2018
Overigens: er loopt op dit moment een gecombineerd onderzoek door de Nationale Ombudsman en de Kinderombudsman naar het handelen van Jeugdbescherming Brabant waarbij nadrukkelijk gekeken wordt of deze instelling zich wel aan de wet- & regelgeving houdt, het Haags kinderrechtenverdrag wel naleeft en of ze handelen zoals van deze instelling verwacht mag worden binnen het kader van goed bestuur. Geen misselijke vragen. Grappig is dat de bestuurder (René Meuwissen) op het enen moment als het hem uitkomt stelt dat hij zelf dit onderzoek heeft aangevraagd( kan helemaal niet, de ombudsman handelt alleen verzoeken van de burgers af) en op het andere moment als het hem niet uitkomt het onderzoek ontkend. Als zelfs een bestuurder als niet eerlijk kan zijn naar zijn opdrachtgevers (de gemeenten) dan zegt dat veel over de wijze van leidinggeven van deze man aan zijn organisatie, en geeft dan een signaal af aan zijn medewerkers dat ze ook niet eerlijk hoeven te zijn. daar ligt het probleem, en daar moet de tweede kamer zich druk om gaan maken.