Abracadabra! Ieder kind kent die uitspraak. Het komt uit het Aramees. En betekent: “Ik schep terwijl ik spreek.” Taal creëert werkelijkheid. In dit geval letterlijk. Maar figuurlijk werkt het ook. Een discussie over de vraag hoe we ons moeten verhouden tot terroristen, verloopt nu eenmaal anders dan een discussie over ‘vrijheidsstrijders’.
Engels is een mooie taal. Tenminste dat vind ik. Wanneer men in Engeland spreekt over ‘debt’, dan heeft men het over schulden. Maar dat is een heel ander soort ‘schuld’ dan wanneer iemand ‘guilty’ (schuldig) is. In het Nederlands bestaat dat onderscheid niet. En volgens mij beïnvloedt dat het denken over mensen met betalingsproblemen.
Wie schuldig is, moet boeten. Dat vinden wij. Zeker ook in ons calvinistische Nederland. Met schuldigen hoef je niet veel compassie te hebben. Eigen schuld, dikke bult. Had je maar beter op moeten passen. En “wie zijn billen heeft verbrand, moet op de blaren zitten.” Maar hoe zou een gesprek verlopen als het gaat om mensen met een betalingsprobleem? Wie een probleem heeft moet geholpen worden. Toch?
In het debat over mensen met betalingsproblemen struikel je over de termen die aansluiten bij het woord ‘schuld’. Uitkeringstrekker, controle, fraude, boete, verplichtingen enz. Deels is dat begrijpelijk. Deels is dat noodzakelijk. En deels is dat ook goed. Niemand wil fraude. En voor wat hoort wat. Maar hoe mooi zou het zijn als we bij schuld niet direct denken aan schuldig en dus aan boete. Maar aan mensen die het moeilijk hebben. En die dus geholpen moeten worden.
Hans Kluijtmans
16 november 2017
Taal is cultuur. Dus Nederlandse taal is een uiting van cultuur; het calvinisme.
Omdenken: natuurlijk denk je dat schuld niet betekent dat je ‘guilty’ bent, maar dat je vaak
vanwege omstandigheden búiten je schuld (‘guilty’) in de problemen bent gekomen (‘indebted’).
Het is idd jammer dat de essentie zo verloren gaat. En het zou goed zijn, in de ogen van René
en ook de mijne, om hier anders mee om te gaan. Want stigma’s voegen niets toe. Maar hoe ?
Iemand met betalingsproblemen klinkt wel veel beter, maar kunnen we als ‘post-calvinisten’ daar geen woord voor verzinnen ? Nieuw woord, weg stigma.
Buitenlandse talen zijn vaak een verrijking voor onze geest.
Bijvoorbeeld Mondriaan die de mooie spreuk te berde bracht: ‘convention; a sort of memory is the greatest obstacle to enjoyment of life and art’. En dan zie ik de volgende verwo(-o)rding in de vertaling hoog in het vernieuwde NS-station in Eindhoven:
‘Conventie; een soort herinnering is het grootste obstakel voor het genieten van het leven en kunst’.
Oók op deze monumentale plek ging de juiste betekenis: ‘memory’ als geheugen, dus een veel breder palet van patronen en voorschriften omvattend als herinnering en daarmee in essentie teloor……
Johan Spaan
16 november 2017
Is het niet zo dat wij juist om die reden onze taal doorspekken met woorden en afkortingen uit andere talen? Sommige verdwijnen weer na verloop van tijd en andere blijven en zijn vaak een verrijking.
Jack Vance schreef in 1957 een SF-boek “De Talen van Pao” Op een wereld met 3 afgesloten/afzonderlijke delen werden 3 verschillende culturen met eigen talen opgebouwd: de eerste met een handelsachtergrond (Amerikaans?!) De tweede met een militaire achtergrond (Pruisisch) en de met een mijnwerkersachtergrond (Russisch) Elk van de culturen bleef zich ontwikkelen zolang ze afgezonderd bleven, maar het ging fout zodra ze met elkaar in aanraking kwamen. Heel leuk om te lezen hoe de aard van een taal de cultuur vormt. Ook het ‘proces’ van overgang is heel aardig beschreven. Maar ja! Jack Vance is een meester in het genre.