Er gaan stemmen op om het aantal leerlingen dat in een klas mag zitten wettelijk te regelen. Meer dan, pak hem beet, 25 kinderen zou verboden moeten worden. Dat klinkt sympathiek. Want hoe minder kinderen in de klas, hoe meer aandacht van de leerkracht. Maar zo simpel is het niet. En zo’n wettelijk maximum is geen goed idee.
Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. Zij moeten, in samenspraak met ouders, bepalen hoe die kwaliteit geboden kan worden. Vanuit Den Haag bepalen hoe groot klassen mogen zijn? Ik dacht het niet.
Posted in: Uncategorized
Henk Jan de Wilde
7 februari 2017
“Zij moeten, in samenspraak met ouders, bepalen hoe die kwaliteit geboden kan worden.”
Vaak gaan, zonder samenspraak met die ouders, de salarissen van de bestuurders wel omhoog evenals de klassengrootte, soms moet je niet alles aan de markt overlaten!
renepetersoss
7 februari 2017
Aan de markt? Een waardengemeenschap die een school hoort te zijn is toch geen markt?
Nol Reuser
7 februari 2017
waarom niet een maximum van 25 ????
renepetersoss
7 februari 2017
Omdat Nol, je bij een wettelijk maximum, kleine klassen onbetaalbaar maakt. Hoe kleiner een gemiddelde klas, hoe liever mij het is. Dat is alleen een centenkwestie. Een wettelijk maximum zorgt ervoor dat kleine scholen (PO) en kleine vakken (VO) verdwijnen. En dat is dan geen bewuste keuze. Dat overkomt ons dan.
hansschlosser
7 februari 2017
Daar ben ik nu wel helemaal mee eens. Als iets goed werkt in alle opzichten is het kleinere klassen ( en dat weet ik ook uit persoonlijke ervaring, zowel als leerling, als ook als docent) en dat geldt voor basis en voortgezet- en beroepsonderwijs. Dus graag de maximale aantallen per klas bij wet vaststellen en al die andere onzin waar veel te veel ambtenaren zich mee bemoeien: allemaal de deur uit. Dan hebben we ook geld genoeg voor die kleinere klassen.
renepetersoss
7 februari 2017
Beste Hans, wat ben ik het heerlijk met je oneens. Natuurlijk werken kleinere klassen fijner. En daar kan zoveel aan gedaan worden binnen het onderwijs. (Want veel zaken waar geld aan wordt uitgegeven is ook klinkklare onzin). Maar zo’n wettelijk maximum zorgt voor de afschaffing van kleine vakken. Dat wil je toch niet?
Marieke
7 februari 2017
Ik sluit me aan bij Henk-Jan. Helaas heeft de praktijk uitgewezen dat schoolbesturen niet altijd de financiele keuzes maken die het beste voor de leerlingen zijn. Het blijkt nodig om daarin sturender te zijn dan tot nu toe gebeurd is. Te vaak is nu al gebleken dat het door Den Haag voor een bepaald doel beschikbaar gestelde onderwijsgeld niet is besteed aan waarvoor het bedoeld was. Omdat de schatkist nu eenmaal niet Douwe Dabbert’s knapzak is, is het nodig beter te letten op de besteding van onderwijsgelden. En dus af en toe bepaalde basiseisen te stellen, bijvoorbeeld wat de maximum groepsgrootte betreft.
Annemiek Kamp
8 februari 2017
Dat je het niet wettelijk wil regelen begrijp ik volkomen. Maar het is wel belangrijk om er zorg voor te dragen dat scholen niet noodgedwongen veel te grote klassen moeten vormen omdat ze anders financieel het hoofd niet boven water kunnen houden.
Anke Haanstra
9 februari 2017
Beste Rene, je schrijft dat ouders samen met de school de grootte van de klassen moeten bepalen. Maar waar hebben ouders nog invloed? Bij de grote scholenkoepels nemen bestuurders de besluiten en regeert de begroting. Bezuinigingen gaan vaak ten koste van formatieplaatsen. Ik ben zelf de gelukkige directeur van een hele kleine “éénpitter” school. De school heeft op dit moment 43 leerlingen. De ouders van de leerlingen vormen het bestuur van de school. We hebben 3 groepen ( alle drie met minder dan 20 leerlingen) en een part time directeur. Als ouders zelf mogen kiezen(zoals bij ons het geval is) dan zijn er kleine klassen. We draaien nog steeds met een sluitende begroting en zijn er zeer trots op dat ouders van buiten het dorp voor onze school kiezen vanwege de kleinschaligheid en het fijne sociale klimaat. De laatste 15 jaar zijn er geen verwijzingen geweest naar het speciaal onderwijs en hebben we ervaring opgedaan met het terugplaatsen van leerlingen uit het speciaal basisonderwijs ( zonder daarvoor extra vergoeding te krijgen).