Niet inburgeren, toch blijven

Het dreigement dat nieuwkomers moeten vertrekken als zij niet inburgeren, blijkt een wassen neus. Tot nog toe is niemand uitgezet. Dat schrijft het Brabants Dagblad. Echt verrassend is dat niet. Grote woorden gebruiken is niet moeilijk. Ze nakomen vaak wel. Stoere woorden doen het op korte termijn goed in de peilingen. Maar dan moet je ze wel waar kunnen maken.

Minister Asscher stelt nog steeds dat verwijtbaar niet-inburgeren in principe altijd consequenties heeft voor een verblijfsvergunning. “Tenzij internationale regels dat in de weg staan.” Hij vergeet er helaas bij te zeggen dat dat vrijwel altijd het geval is. Een vluchteling terugsturen naar oorlogsgebied mag niet. Zelfs niet als hij de taal weigert te spreken.

Zo goed gaat het niet met de inburgering van nieuwkomers. De meeste mensen willen best, maar ze vinden het inburgeren erg moeilijk. Nieuwkomers krijgen van de overheid ook erg weinig hulp bij het inburgeren. Dat moet een heel stuk beter. Hulp werkt beter dan straf. Dat zegt ieder onderzoek. Maar het klinkt wel minder stoer. En als politicus ben je toch afhankelijk van je kiezers…

Natuurlijk, tegen mensen die niet willen inburgeren moeten maatregelen worden genomen. En ik ben zeker niet tegen uitzetting van deze mensen als niets anders helpt. Sterker nog, ik denk dat die stok achter de deur soms nodig kan zijn. Maar met het bieden van te weinig hulp in combinatie met dreigen met straffen die je niet waar kunt maken, helpt niemand. Uiteindelijk verlies je er zelfs de verkiezingen mee.