Mag Down nog?

Posted on 16 februari 2016

6


Een test die duidelijk maakt of een ongeboren kind het syndroom van Down heeft, moet voor iedereen toegankelijk worden. Dat vinden althans de PvdA de VVD en de SP. Bovendien zou die test vergoed moeten worden. Ik snap de redenering. Het syndroom van Down is een behoorlijke handicap. En het krijgen van een kind met zo’n handicap kan voorkomen worden…

Op dit moment wordt de test alleen uitgevoerd wanneer door een nekplooimeting het vermoeden bestaat dat een kindje Down heeft. Meer dan 90% van de ouders die weten dat hun kind het syndroom van Down zal hebben, laat het aborteren. Dat is een feit waar iedereen het zijne van zal vinden. Te verwachten valt dat wanneer de test algemeen wordt, er nauwelijks meer kinderen met Down geboren zullen worden.

Persoonlijk heb ik er grote moeite mee. Maar het is niet aan mij om mensen te veroordelen die de zware beslissing nemen een zwangerschap af te breken. Dergelijke afwegingen moeten mensen zelf maken. Maar wanneer een test algemeen toegankelijk wordt dan is het krijgen van een ‘mongooltje’ van geen fact of life meer. Dan is het een keuze. En dat heeft, hoe dan ook, een maatschappelijke impact.

Volgens PvdA kamerlid Wolbert, maken ouders ook nu heel bewust de keuze een kindje met Down geboren te laten worden. En waarom zou dat veranderen? Maar Wolbert gaat wat mij betreft veel te kort door de bocht. Want alles wat voorkomen kan worden moet in de ogen van velen ook voorkomen worden. “Waarom heb je hem laten komen? Dat hoeft tegenwoordig toch niet meer?”

Medisch ethische kwesties kennen geen gemakkelijke en eenduidige oplossing. Ze vragen om een gedegen debat waarbij alle kanten van de zaak goed bekeken en afgewogen worden. Politieke partijen zeggen dat de keuze om te testen voor ouders vrij moet zijn. De vraag is of de keuze om een kind met Down gewoon te laten komen in de praktijk net zo vrij zal zijn. De vraag of Down nog màg, is niet beantwoord met een debatje in de Tweede Kamer.

 

 

 

Posted in: Uncategorized