Laatst werd mijn auto gekeurd. Er bleek het een en ander mee mis te zijn. Natuurlijk werd ik gebeld met de vraag of de noodzakelijke reparaties mochten worden uitgevoerd. En op de factuur die ik thuisgestuurd kreeg stond een keurig overzicht van de materiaal- en uur kosten die bij die reparaties hoorden. Zo heb ik het graag. Als ik een rekening krijg dan wil ik weten wat het is en waarom ik het moet betalen.
Gemeenten zijn sinds kort verantwoordelijk voor de zorg voor onze jeugd. Daarom hebben ze contracten gesloten met aanbieders van jeugdhulp. Die aanbieders helpen jongeren met problemen. Daarvoor krijgen ze een flinke hoeveelheid geld per jaar. Zij beloven daarvoor een vastgesteld aantal jongeren te helpen. Gemeenten willen natuurlijk weten welke jongeren het betreft en hoe ze geholpen worden. Aanbieders van jeugdhulp willen dat graag vertellen. Maar van het College Bescherming Persoonsgegevens mogen ze dat eigenlijk niet.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de hulp aan onze jeugd. Ze mogen de rekeningen betalen. Maar ze mogen niet weten wie geholpen wordt en welke hulp het betreft. Dat is me ook wat moois. Stel dat een garagehouder een factuur stuurt met de titel ‘reparaties’ en verder alleen een bedrag en een rekeningnummer. Zo’n rekening betaalt niemand. Wanneer een instelling een rekening stuurt met de titel ‘kind en hulp’ en verder alleen een bedrag en een rekeningnummer, dan zouden gemeenten gewoon moeten betalen. Vragen mogen in het kader van de privacy immers niet gesteld worden.
Natuurlijk moet privacy worden beschermd. En mag gevoelige informatie niet op straat komen te liggen. Voor gemeenten is dat prioriteit nummer 1. In onze regio hebben we een goed systeem voor verantwoording afgesproken. Het invullen van dat systeem kost weinig tijd en alle gegevens worden veilig opgeslagen. Niemand kan van die gegevens misbruik maken. De jeugdhulpaanbieders (onze garagehouders) zijn tevreden. En gemeenten zijn dat ook. Zij moeten toch kunnen weten of gemeenschapsgeld terecht wordt uitgegeven? En of cliënten die hulp nodig hebben die hulp ook daadwerkelijk krijgen?
Wethouders moeten zich in de gemeenteraad verantwoorden. Dat is democratisch zo geregeld. Maar dat wordt wel ingewikkeld als de wens van het College Bescherming Persoonsgegevens regel wordt. “Hoeveel kinderen krijgen er eigenlijk hulp wethouder?” “Geen idee”. “Welke hulp wordt er eigenlijk geboden?” “Geen idee.” “Dat dat ‘een gezin een plan’, werkt dat een beetje?” “Geen enkel idee.” “Wordt de hulp die gefactureerd wordt, ook echt geleverd?” “Ik zou het echt niet weten.” “Helpt de hulp een beetje? Of volgt de ene hulp de andere op? Of, nog erger, krijgen kinderen tien hulptrajecten tegelijkertijd.” “Weet ik veel. Stel jullie vragen maar aan het CBP. Of anders aan de staatssecretaris, want ik kan er geen zinnig woord over zeggen.” Dat worden spannende raadsvergaderingen.
De VNG pleit er voor om bij de declaraties van de jeugdhulp persoonsgegevens toe te laten voegen. En ook hulp die via de zogenaamde lumpsum geboden wordt moet op een eenvoudige en veilige manier verantwoord worden. Gemeenten willen zeker weten dat hulp alleen geboden wordt aan mensen die dat echt nodig hebben. En gemeenten willen ook zeker weten dat mensen die zorg nodig hebben die zorg ook daadwerkelijk krijgen. Daarvoor hebben gemeenten een koppeling met persoonsgegevens nodig. Als het aan het CBP ligt mag dat niet meer. Staatssecretaris, luister voor de verandering nu eens naar gemeenten. Ik begrijp het belang van privacy. Maar dit zou belachelijk zijn.
Johanna
23 juni 2015
Dat zou me wat moois zijn inderdaad, dat een wethouder met naam en toenaam weet hoeveel geld er aan een specifiek iemand is besteed en dat hij dan pas weet of het al dan niet goed besteed is. Of iets helpt hangt niet alleen af van de hoeveelheid geld eraan wordt besteed. Bij mensen die zorg nodig hebben speelt vaak een complex aan zaken.
Dat kan veel beter geanonimiseerd gerapporteerd worden. Dat zorgt er ook voor dat de wethouder het grote plaatje in de gaten houdt en niet op (individuele) gevallen gaat focussen. Hij is immers geen hulpverlener en geld zit nog zo erg on ons denken dat het de blik van een bestuurlijke leek vaak vertroebelt. Of de hulpverlenende instanties voor deugdelijke geanonimiseerde kwanti- en kwalitatieve inzichten kunnen zorgen is een andere kwestie. Ik zou daarover nadenken, hoe dat het beste kan.
de garagehouder en de klant hebben een 1 op 1 relatie (itt die van de wethouder en hulpvragers). Ik zou er hevig tegen protesteren als mijn garagehouder mijn adres en naam doorgeeft aan de leveranciers waar hij zijn onderdelen koopt. Waarna die me opbelt met een mededeling over hoe ik het beste auto moet rijden. En dat verkoopt als service aan mij.
renepetersoss
23 juni 2015
Beste Johanna, dat zou inderdaad wat zijn. Maar dat kan niet. Een wethouder beslist gelukkig niet of zorg al dan niet goed besteed is. Daar zijn professionals voor. Maar ik mag toch wel weten of iemand die een beschikking heeft gekregen ook hulp krijgt? En dat aanbieders niet ‘zomaar’ mensen van de straat plukken om hulp aan te geven?
Martijn Tonies (SP)
24 juni 2015
“Dat kan veel beter geanonimiseerd gerapporteerd worden. Dat zorgt er ook voor dat de wethouder het grote plaatje in de gaten houdt en niet op (individuele) gevallen gaat focussen.”
Dat zou ik ook denken, een gulden middenweg tussen “alles weten” en “niets weten”.
renepetersoss
24 juni 2015
@Martijn, wat een genuanceerd antwoord weer. En natuurlijk heb je gelijk. Ik wil niet eens alles weten. En dat van dat grote plaatje, daar zou de hele politiek het mee eens moeten zijn. Geanonimiseerd is niet anoniem. Eens dus.
Laurens van Voorst
23 juni 2015
Die auto is van u. Dat kind niet. Klaar.
Joël
24 juni 2015
Volkomen logisch betoog René. Wat een vreemd idee van de staatssecretaris.
De Noodkreet (@denoodkreet)
25 juni 2015
De Noodkreet meet, (naast cliënttevredenheid) de hulpvragen, de resultaten per hulpvraag, de verstreken tijd tussen de vraag en de oplossing alsmede de inzet in uren. Binnen het gebied jeugdzorg is dit relatief eenvoudig, er zijn zelfs tools voor ontwikkeld door cliënten welke getoetst zijn . waarom dit niet gebeurd is voor mij geen mysterie.