Zittenblijven is een ouderwetse en niet motiverende manier om kinderen bij de les te houden. Dat vindt staatssecretaris Sander Dekker van onderwijs. Volgens Dekker zijn er wel betere manieren om kinderen ‘op niveau’ te krijgen. “Zomerscholen bijvoorbeeld.” Helemaal ongelijk heeft hij niet. En het levert ‘toevallig’ nog geld op ook.
Afschaffen van zittenblijven bespaart veel geld. Dat blijkt uit onderzoek van het CPB. Kinderen die zittenblijven kosten de staat ongeveer 500 miljoen euro per jaar. Afschaffen dus? Dat is te kort door de bocht. Meestal is zittenblijven geen goede oplossing. En soms is het dat wel. Maar het besparen van zoveel mogelijk geld, dat is geen goede drijfveer. En heeft al helemaal niets met kwaliteit te maken. Laten we gewoon eens spreken over goed onderwijs.
Scholen willen kwaliteit bieden. En het beste onderwijs leveren aan onze kinderen. Maar wat die kwaliteit is, dat bepaalt de overheid in steeds grotere mate. En heel toevallig leveren al die kwaliteitsverbeteringen steeds geld op. De overheid probeert scholen via ‘prikkels’ te stimuleren om beter te presteren. Alleen werken die prikkels vaak averechts. Dat moet Den Haag ook opvallen. Maar leren doet men daar niet van. Men verzint steeds iets nieuws.
Ieder jaar dat een leerling langer op school zit, kost geld. Ook daarom vindt de overheid het belangrijk dat zo min mogelijk leerlingen voor hun examen zakken. Scholen worden afgerekend op hun slagingspercentage. Het is niet goed (maar wel logisch) dat er dus relatief veel kinderen in het jaar voor hun examen blijven zitten. Het doel is goed. Maar de prikkel is slecht,
Sander Dekker verbaast zich er over dat scholen de volledige bekostiging krijgen voor leerlingen die een jaar doubleren. Hij zal vast binnenkort een ‘prikkel’ uitvinden die zal sturen op minder zittenblijvers. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal het gevolg van die prikkel zijn, dat leerlingen gemiddeld op een lager niveau worden ingeschreven. Want dan is de kans op zittenblijven waarschijnlijk het kleinst.
In de derde klas van het VWO ben ik zelf blijven zitten. En dat was heel erg goed. De rest van het VWO en de universiteit heb ik fluitend doorlopen. In mijn geval had zittenblijven absoluut een meerwaarde. En ik spreek nog wel eens met ouders die heel blij zijn dat hun kind een jaartje langer mag ‘kleuteren’. Maar Dekker heeft gelijk. Zittenblijven is ook vaak een lomp en bot instrument, dat demotiverend werkt. De discussie is nuttig.
Het komt niet vaak voor. Maar ik ben het in principe eens met de staatssecretaris. En nu maar hopen dat hij het gesprek met onderwijsmensen wil voeren. En dat hij inderdaad aan wil sluiten bij de wens van iedere goede leraar om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Want als een kostenbesparing is waar het echt om gaat, dan worden kinderen gemiddeld op een lager niveau geplaatst. Dan wordt ‘verlengd kleuteren’ onmogelijk. En wordt zittenblijven voor mensen als mijzelf een zeldzaamheid. En dat is geen goed idee.
Theo Poort
23 januari 2015
Uit ervaring weet ik dat doubleren in sommige gevallen kinderen enorm goed kan doen: ik kan alleen maar spreken over het basisonderwijs. In mijn “praktijk” gebeurde het sporadisch dat een kind doubleerde: natuurlijk in goede samenspraak met interne begeleiders, remedial teaching, directie, ouders en uiteraard het kind zelf. In alle gevallen was er in het nieuwe jaar sprake van meer zelfvertrouwen, betere prestaties en een kind dat beter in zijn/haar vel zat. Natuurlijk kon niemand garanderen dat het altijd een volledig succes zou worden, maar in de praktijk gebeurde dat wel. Als de belangrijkste reden voor het ” verbieden ” van doubleren een financiële zou zijn, dat vind ik dat een grof schandaal, te vergelijken met de afbraak van buitengewoon en aangepast onderwijs.