België krijgt een dikke minister van volksgezondheid. Links en rechts worden vraagtekens gezet bij haar geloofwaardigheid. Als minister van volksgezondheid en voormalig huisarts, zou minister Maggy de Block het goede voorbeeld moeten geven. Zelf vindt ze die kritiek maar onzin. “Ik reken zelf nooit mensen af op hun uiterlijk, wel op hun inhoud. In de Kamer spreken ze niet over mijn gewicht, maar complimenteren ze me met mijn dossierkennis”.
In eerste instantie snap ik de kritiek op haar uiterlijk wel. Een veel te zware minister van volksgezondheid vergelijk je toch een beetje met een kale kapper of een vegetarische slager. Technisch gezien is er geen enkel probleem. Maar verwachten doe je het niet. Wat zeggen je maten over je kwaliteiten? Helemaal niets. De Block: “Mijn patiënten trekken zich niets aan van mijn maten, zij komen vooral voor mijn goede zorgen”.
De Block snijdt nog een interessant punt aan. “Wel vind ik het nogal typisch dat een vrouw direct op haar uiterlijk wordt afgerekend. Dat is bij topmannen toch minder.” Daar heeft ze gewoon een punt. Vrouwen wòrden ook veel meer op hun uiterlijk beoordeeld. En dat is volkomen misplaatst. “Jean-Luc Dehaene zat toch ook goed in het vlees? Maar over zijn gewicht maakte men geen opmerkingen. Nee, men omschrijft hem als ‘bekwame leider’ en ‘werkpaard'”
De Block heeft lak aan de kritiek op haar ‘maten’. En dat is gewoon stoer. Een andere ministerspost had haar waarschijnlijk veel minder kritiek opgeleverd. De meeste mensen kiezen de weg van de minste weerstand. De Block niet. Ik heb daar waardering voor. De Block is niet voor niets met afstand de meest populaire Belgische politicus. Het zou ons sieren als we mensen, man èn vrouw, afrekenen op hun daden in plaats van op hun uiterlijk. De Block heeft gelijk.
misssexandthecity
13 oktober 2014
Ze heeft gelijk, niemand sprak over BDW toen hij dik was, noch Jean-Luc Dehaene ook serieus overgewicht,……maar zij wordt nu er wel op afgerekend. Maar voor haar gezondheid zou het mss inderdaad beter zijn wat kilo’s kwijt te spelen 🙂