De manier waarop Marlylinn van Dam in Trouw spreekt over de door haar opgerichte voedselbank voor dieren is hartverwarmend. Ze ontmoet en helpt mensen die te weinig geld hebben om voedsel voor hun huisdieren te kopen. Toch voelt een voedselbank voor dieren wel erg ongemakkelijk. En hoe zit het met eenzaamheid?
“Kijk deze meneer, die verloor zijn baan”, laat van Dam optekenen. “Die woont met vier grote herders in een appartementje. Hij heeft alleen banken in zijn huiskamer staan voor de honden. Als zijn beesten maar gelukkig zijn.” Ik schreef er al eerder een blog over. Maar de vraag is of de mijnheer uit het voorbeeld echt geholpen is, wanneer een ander het voer voor zijn honden betaald. Hij zal de ondersteuning prima kunnen gebruiken, daar twijfel ik niet aan. Maar ik kan me zo maar voorstellen dat zijn echte probleem op die manier niet wordt aangepakt.
Ik zet geen enkel vraagteken bij de intenties van mensen als Van Dam. Ze geniet er van om mensen en dieren te helpen. En heeft absoluut een heel groot hart en heel veel energie. Maar een klant legt wat mij betreft de vinger op de zere plek. “Zo’n dier kost erg veel geld. Geld dat ik eigenlijk niet heb. Maar ze is er altijd voor me.” Armoede bestaat. Er zijn mensen die met schrikbarend weinig geld moeten rondkomen. Maar vaak is eenzaamheid de zwaarste vorm van armoede.
Van Dam brengt wekelijks een boel voedselpakketten voor dieren bij mensen thuis. Dat is mooi. Mensen kunnen veel troost hebben van een huisdier. En het is prettig als de kosten door anderen betaald worden. Maar ik denk dat veel mensen nog beter geholpen zouden zijn, wanneer ze uit hun isolement gehaald zouden worden. Ik denk dat de man met vier herdershonden op een klein appartementje misschien nog meer behoefte heeft aan aanspraak dan aan hondenbrokken.
hermine schaap
11 juli 2014
ben het niet met u eens.
armoede is denigrerend,je schaamt je,want jij kunt nooit iets voor een ander doen.
ze mogen je lege koelkast,oude meubels en versleten kleding niet zien.
een huisdier maalt daar niet om,die verlangt slechts zijn eten en liefde.
dus deel je gaarne dat beetje wat je hebt met je huisdier,je levensgezel en beste vriend.
die beoordeeld je niet naar wat je bezit.
eigenlijk zegt u dat arme mensen geen huisdieren mogen,maar juist die zijn hun enigste aanspreekpunt.
u moet niet de eenzaamheid oplossen,maar de schaamte uitbannen.
dat zal heel moeilijk worden,want die wordt ontkend.
de ;armen” zijn niet minder,doch voelen zich wel zo.
je bezit immers geen waarde meer en bent van nul en gener waarde.
pas als deze gevoelens onderkent worden,dan kan er wat bereikt worden.
niemand wil gaarne om hulp vragen,doch je hebt vaak geen keuze.
Juul van de Kolk
12 juli 2014
Inderdaad, het klinkt ongemakkelijk. Dat is meestal het geval als een ander iets tekort komt en enige tegemoetkoming verwacht van anderen. Ik laat regelmatig onze hond uit. Voor mij is het erg gezond en voor de hond een must. Ik moet mezelf toegeven dat ik een beetje contactarm ben. Ik schaam me om het zeggen, maar ik ben een Einzelganger, een kluizenaar, hopeloos eigenwijs en een dwarsligger. Het lijstje vervelende eigenschappen is daarmee niet uitgeput., Als ik met de hond ga wandelen heb ik daar minder last van. Ik hoef dan geen gelijk te krijgen om iets te kunnen delen. Ik ben dan meer mededeelzaam. We zijn blij met onze gezondheid en we mogen er onbekommerd over klagen. Het weer en de natuur doen ons goed en we mogen er onbeschaamd over sakkeren. Kortom: we hoeven niks te verantwoorden en we moeten niets. Dat heet niet voor niets “ont-moeten”. Dat is ook de belangrijkste eigenschap van een hond. Hij is er altijd voor jou. Zonder pretenties tot zijn laatste snik. Hij is onvoorwaardelijk blij als hij je ziet. Hij bevestigt jou in je bestaan, ook als alles je is ontvallen.
Op mijn dagelijkse wandeling kom ik vaak een mevrouw tegen met een hond. Ze heeft me eerder vertelt dat ze Parkingson heeft en dat ze zoveel aan haar hond heeft. Vorige week kwam ik haar weer tegen. Ik zag haar in de verte aankomen. Stram en stijf. Maar geen hond. Toen ze bij me was, zei ze: “mijn hond is dood, hij is veertien geworden, hij was alles wat ik had”. Ik heb haar sterkte gewenst. Ik vroeg haar: “zou je nog een nieuwe hond willen”. Daar was ze nog niet aan toe. “Ik zal niet lang meer leven” zei ze “wie zorgt er voor de nieuwe hond als hij mij overleeft”. Daar kunnen allerlei projecten voor bedacht worden zoals een voedselbank of een voogdijschap, Maar ik voelde me als iemand met lege handen en zonder woorden.
Toen ik weer thuis kwam, wilde ik het delen met mijn vrouw, Ik weet dat haar hond het laatste is waar ze afstand van wil doen. Ik zei dat ik die mevrouw met Parkinson was tegengekomen.
Verder kwam ik niet uit mijn woorden. Ik schaamde me diep. Ik, die dacht nuchter, zakelijk, rationeel en rechtvaardig te zijn, ik schaamde me voor mijn emotionaliteit. Ik begreep dat ik ouder werd met alles wat erbij hoort, zoals doodgaan en alles om je heen verliezen. Ik ben van 1929.
Toen mijn vader op hoge leeftijd “ouderenbezoek” kreeg werd hem gevraagd, hoe het kwam dat hij zo goed van verstand bleef. Zijn antwoord was: “omdat ik mijn verstand weinig gebruikt hebt”. Hij bedoelde waarschijnlijk: “het is niet allemaal een kwestie van verstand”. Hij had zijn leven lang nauwelijks gehuild. Toen hij ouder werd, moest hij vaker huilen. Dat vond hij erg. Toen ik de krant oppakte werd ik geconfronteerd met de kop: Nieuw: Hondenpoep in Oss altijd opruimen. Mijn vrouw belde de gemeente om nadere informatie. “Inderdaad, altijd en overal in Oss, geldt voor iedereen, ook voor burgers die dat niet kunnen vanwege beperkingen. Die moeten betalen als ze betrapt worden. Niet opgeraapt en geen reservezakje, de klos. Dat is democratisch besloten. Regels zijn regels. Die moeten gehandhaafd worden net zo goed als in landen met de ergste soort dictatuur.
Dat betekent volgens mij (met of zonder emotie) Mensen met een handicap die belet om hondenpoep op te ruimen mogen geen hond meer hebben. Internationaalonderzoek heeft aangetoond dat mensen met een huisdier langer gezond lever en gelukkiger zijn.
En dan maar klagen over eenzaamheid en hoe goed het is om elkaar te helpen. Daar is volgens mij niemand mee geholpen. Of het moeten de beleidsmakers zijn die liever zichzelf helpen.
renepetersoss
12 juli 2014
@juul. Om stil van te worden.
hermine schaap
12 juli 2014
daar,mijnheer peters,heeft u nou net het probleem.
om stil van te worden,
ja,zonder huisdier is het dan stil,we zouden graag wat meer ;lawaai” hebben.
want iedereen ;ziet” aan je dat je arm bent.
oke,nou is dat een relatief begrip,want wat is arm?
geen auto,geen flatscreen tv voor de een.
voor de ander het niet kunnen betalen v/d rekeningen.
geen vrienden,want je kunt nooit wat doen.
je word als bijstandsgerechtigde gezien als outcast en je schaamt je ervoor.
je wilt zo graag nuttig zijn,je brood waardig.
dat huisdier,die hond,kat,vogel,konijn of wat dan ook,heeft dat niet.
ben het volslagen met juul eens.
liever eten wij wat minder,voor ons ;gezelschap”.
die dierenvoedselbank zo eigenlijk gekoppeld moeten zijn aan de ;mensenvoedselbank”.
het zou fantastisch zijn als alle ;armen” uit hun schulp kwamen.
maar wie durft als eerste zijn hoofd boven het maaiveld uit te steken,zonder dat hij met de zeis te maken krijgt?
als je de mens kent,kun je beter met de dieren te maken hebben.de armen zouden elkaar meer moeten steunen en helpen.
maar waar vind je ze?
want het wordt gegarandeerd ontkend.
financieel heb ik het ronduit zwaar,maar heb liefde van mijn kat en mijn nieuwe partner en ook dat is rijkdom.