Leraar beschermd beroep

Het steekt dat in het voortgezet onderwijs één op de vijf leraren onbevoegd is. “We maken van leraar dus een beschermd beroep.” Dat stelt staatssecretaris Sander Dekker in Intermediair. Dat klinkt goed. We spreken gewoon af dat er met ingang van volgend schooljaar alleen maar bevoegde (en dus per definitie bekwame) docenten voor de klas staan. Probleem opgelost.

Zo simpel is het helaas ook in dit geval niet. Natuurlijk willen we allemaal een geweldig enthousiasmerende, betrokken, universitair geschoolde, vakinhoudelijke kei en pedagoog voor de klas. Maar om dat te bereiken is het vak leraar tot beschermd beroep verklaren echt niet voldoende. Niet alleen omdat niet iedere bevoegde docent per definitie een bekwame docent is. (Ik heb sterke staaltjes van het tegenovergestelde meegemaakt.)  Maar het biedt in ieder geval geen antwoord op de simpele vraag, waar haal ik ze vandaan?

Op dit moment staan er bijna driehonderd vacatures open voor leraren wiskunde. Die vacatures zijn niet te vervullen omdat er eenvoudig niemand beschikbaar is. Uit pure nood, en niet omdat scholen dat leuk vinden, worden bevoegde leraren natuur- of scheikunde ingezet. Of geven mensen les die misschien wel geschikt, maar niet bevoegd zijn. En in een aantal gevallen worden de lessen helemaal niet gegeven. En moeten leerlingen maar zien hoe ze de stof onder de knie krijgen.

Sander Dekker kan het mooi vertellen. De kwaliteit van het onderwijs staat en valt inderdaad met de kwaliteit van de man of vrouw voor de klas. Maar in plaats van per decreet af te kondigen dat leraar een beschermd beroep moet worden, moet hij op zoek naar de oorzaak van het probleem en daar wat aan doen. Als het waar is dat een op de vijf lessen gegeven wordt door onbevoegde docenten en er ook nu al veel vacatures bestaan die niet kunnen worden vervuld, wie gaat al die lessen dan overnemen zodra leraar een beschermd beroep geworden is?

Om meer mensen voor het onderwijs te behouden is meer nodig dan een staatssecretaris die weet hoe het moet. Er zal meer geïnvesteerd moeten worden in de man of vrouw voor de klas. En dat kan echt zonder de onderwijsbegroting nog verder op te schroeven. Veel scholen bulken nog steeds van het geld. Wanneer het geld echt ingezet zou worden voor het primair proces, en heel veel minder aan randverschijnselen, is er nog veel winst te behalen.  Het zou mooi zijn als de staatssecretaris daar eens wat aan zou doen.