Het wordt steeds gekker met die buitenlandse reizen voor kinderen binnen het voortgezet onderwijs. Niet zo lang geleden was een buitenlandse reis in een schoolcarrière de norm. Tegenwoordig gaat men op veel scholen jaarlijks. De kosten voor ouders lopen de spuigaten uit. En het onderwijskundig doel wordt er vaak met de haren bijgesleept. Dat kan anders.
Natuurlijk vinden leerlingen buitenlandse reizen leuk. Hoe meer buitenlandse reizen, hoe leuker de school. Niet vreemd dus dat scholen uit concurrentieoverwegingen steeds meer reizen aanbieden. Er wordt vaak wel moeite gedaan er een onderwijskundig doel bij te verzinnen. Kennismaken bijvoorbeeld, groepsvorming of internationaliseren. Ik heb op veel scholen gewerkt. En heb nog veel meer scholen bezocht. Om eerlijk te zijn vind ik het onderwijskundig aspect van al die reizen meestal zwak onderbouwd.
Op papier zijn buitenlandse reizen niet verplicht. Om rekening te houden met ouders die wat minder geld te besteden hebben. In de praktijk ligt dat vaak anders. Ouders liggen nog liever krom dan dat ze hun kinderen iets ontzeggen. Alleen het feit al dat de reis dus geen verplicht onderdeel van het curriculum is geeft aan dat het met dat onderwijskundig doel wel mee zal vallen. Reisjes zijn gewoon leuk. En zijn gewoon iets extra’s.
In plaats van internationaliseren zouden we meer moeten ‘regionaliseren.’ Doorheen het curriculum zouden leerlingen verplicht kennis moeten maken met wat in hun directe leefomgeving te vinden is. Wie niet weet waar hij vandaan komt weet tenslotte niet waarheen hij gaat. Onze regio heeft zoveel geschiedenis en zoveel cultuur te bieden dat het eigenlijk schandalig is dat daar niet veel meer aandacht voor is. Echte kennis hebben van de eigen regio vind ik zeker zo belangrijk dan zeer oppervlakkige kennis van een stukje buitenland.
Dat internationaliseren is wat mij betreft een beetje doorgeslagen. En jaagt ouders onnodig op hoge kosten. Daar mogen scholen best wat meer bij stil staan. En ze zouden zeker meer stil moeten staan bij de vraag of die reisjes nu echt zo’n grote toegevoegde waarde hebben. Ik denk dat die toegevoegde waarde moeilijk aan te tonen is. Ik ben benieuwd naar de reacties uit het onderwijsveld.
Pieter de Laat
29 april 2014
Ja, ja, ja René,
hier mijn reactie d.m.v. een tekstje dat er nog lag:
Op reis met school
Gisteren was een bijeenkomst gepland
voor leraren met ‘buitenlandse reizen’ als onderwerp,
d.m.v. Europese subsidie kun je er met klassen op uit
en het omgekeerde van wat meestal plaatsvindt
bij een presentatie gebeurde nu, mensen ronkten
van enthousiasme, maakten geen opmerkingen als
“komen weer taken bij, wordt in een te laat stadium
met ons gecommuniceerd, te verplichtend karakter”,
omslachtige formaliteiten als tijdrovende invulformulieren
bleken geen beletsel, leraren hadden hun hart er van vol
en lieten niet na dit te laten horen: liefst morgen nog
touringcars in, laten landen als Bulgarije en Roemenië
voor wat ze zijn en reizen full speed op Spanje, Portugal,
Italië of Griekenland af, laatst is weer een volle bus
met schoolkinderen in de vangrail gestrand,
durf te wedden dat geen leraar zich hierdoor laat
weerhouden: “kan gebeuren, kunt anders niks
meer ondernemen”, het verlangen weg te zijn van
het gistvat school blijkt groot, weg willen ze, weg ~
Marijke
29 april 2014
Wanneer internationaliseren een prestatie voor scholen op zich wordt en het er maar omgaat om zo ver mogelijk op reis te gaan op kosten van ouders, ja dan klopt bovenstaande. Maar wanneer je internationiseren inzet als middel om te komen tot gedragsverandering (zie programma’s als van de straat) of het bijdragen aan een mooiere wereld voor iedereen, dan ben ik het totaal niet met Dhr. Peters eens! Heb zelf twee schitterende reizen naar landen als Nepal en Indonesie (Java en Borneo) mogen meemaken samen met middelbare scholieren. Tevens mijn studie Ecol. pedagogiek afgesloten met een onderzoek naar wat deze reizen nou doen met pubers! Je leert jezelf pas echt kennen door je eigen waarden en normen te spiegelen met die van een hele andere cultuur als je ook daadwerkelijk ermee geconfronteerd wordt. Reizen doet daadwerkelijk iets met je en is een levenservaring die ik elke puber gun. Voor deze reizen haalden onze scholieren sponsergelden op, zodat het dus niet compleet op kosten van ouders ging! Hoeveel meerwaarde heeft zo’n reis al wel niet als een puber zelf ervaart dat wij (rijke Westerlingen) ontevreden zijn met datgene wat we NIET hebben, terwijl arme mensen (in landen waar de milleniumdoelen niet eens behaald zijn!) tevreden zijn met wat ze WEL hebben? Wel eens leerlingen geinterviewd die zo’n levenservaring hebben mogen meemaken? Echt een aanrader!!! Om kippenvel van te krijgen!
Patrick van den Brand
5 mei 2014
We moeten oppassen dat we internationaliseren niet verwarren met het maken van schoolreisjes, dat vertroebelt het begrip. Zulke reizen kunnen trouwens best nuttig zijn in dit licht, mits je ook echt aandacht geeft aan de interculturele aspecten die zo’n reis volgens mij wel degelijk kan bieden.
Maar internationalisering gaat natuurlijk over veel en veel meer. Bijvoorbeeld over welke perspectieven ik behandel in mijn (geschiedenis)lessen en welke waarde ik daaraan toe ken. En welke andere kansen tot internationalisering ik opzoek in een gewone les op een gewone dag. Het gaat om een basishouding. Dan kan er heel veel zonder dat er een bus of vliegtuig aan te pas komt.
Tweede pleidooi van je, verdiepend omgevingsomderwijs, kan ik alleen maar onderschrijven. We hebben de neiging de eigen omgeving niet goed te onderzoeken en de educatieve kansen die zich daar voordoen te laten liggen.
Volgens mij sluit het tweede het eerste niet uit: burgerschapsvorming en wereldburgerschapsvorming gaan juist hand in hand als je het goed wilt doen. Dus geen hakken in het zand en internationalisering veroordelen op een afkeer van plezierreisjes, maar vooruit denken. En dat is volgens mij toch echt ‘global thinking’….