De klant is koning

Posted on 20 april 2014

3


“Het kan niet waar zijn dat onze zoon zich onmogelijk gedraagt in de klas. Thuis kan hij juist heel goed opschieten met het personeel.” Met een mix van ingehouden woede en verbijstering kwam een collega na zijn oudergesprekken de personeelsruimte in. Waar zijn collega’s, na het horen van zijn absurde verhaal, niet bijkwamen van het lachen. Maar hoe absurd is zijn verhaal eigenlijk?

Dat binnen het onderwijs de rollen niet zo helder zijn, staat wel vast. Wanneer de resultaten wat tegenvallen, had vroeger de leerling en heeft tegenwoordig de docent wat uit te leggen. En als (interim)directeur van een school ontving ik van een triomfantelijk kijkende leerling eens een briefje van zijn vader. “Mijn zoon hoeft het strafwerk van de leraar wiskunde van mij niet te maken.” Het antwoord, ook schriftelijk: “Ik stel voor dat u een andere, meer passende vorm van onderwijs zoekt voor uw zoon. Een school waar de ouders en niet de leraren lesgeven.”

Maar zo vreemd is het niet dat ouders en leerlingen zijn gaan denken dat de scholen er voor hèn persoonlijk zijn. Zo zijn scholen zich toch ook meer en meer gaan gedragen? Het aantal herkansingen waar een leerling recht op heeft bijvoorbeeld, is op sommige scholen niet te tellen. Het probleem met al die herkansingen is dat we kinderen actief afleren zich goed op een toets voor te bereiden. En dat de werkdruk voor docenten hier en daar belachelijke vormen aanneemt.

Ook krijgen steeds meer leerlingen een individueel plan van aanpak. Zo’n plan wordt in veel gevallen uitgelegd als een contract tussen ouders en school, waarin heel duidelijk staat op welke ondersteuning een kind recht heeft. Maar docenten zijn helemaal niet in staat om ieder uur tien nieuwe kinderen ‘individueel te behandelen’. Om klachten in juridische zin voor te zijn is het aantal administratieve taken van docenten inmiddels wel exponentieel toegenomen.

Door uitgekiende reclamecampagnes tenslotte, schroeven scholen de verwachtingen van ouders en leerlingen tot onrealistisch grote hoogte op. Het ‘technasium’ van school a is nòg beter op de individuele leerling afgestemd dan de ‘Bèta plus school’ van school b of de ‘universumschool’ van school c. En het tweetalig onderwijs van school d sluit nog beter aan bij de belevingswereld van de leerling dan het versterkt taalonderwijs van school e. Om nog maar te zwijgen van de mogelijkheden die ‘entrepenasia, gymnasia of cultuur profielscholen’ kunnen bieden. Alles om maar zoveel mogelijk klanten aan je te binden.

Volgens mij hoeven scholen zich niet te verbazen dat ouders en leerlingen zich hier en daar zijn gaan gedragen als (ontevreden) klanten. Daar vragen scholen toch ook om?  Door het geven van steeds meer faciliteiten aan individuele leerlingen en andere extra’s worden de verwachtingen van ‘klanten’ en de werkdruk van docenten allebei steeds hoger. Dat kan alleen maar fout gaan. Maar ja, de klant is koning…

 

 

Posted in: Uncategorized