“Natuurlijk worden jonge werkloze migranten gediscrimineerd tijdens sollicitatieprocedures,” zegt Tofik Ben Yahia in Trouw. “Maar ze moeten ophouden steeds naar discriminatie te wijzen en zelf ook in actie komen.” Ben Yahia heeft gelijk. Discriminatie bestaat. Vrij veel zelfs. Maar dat ontslaat je niet van de plicht er alles aan te doen om aan het werk te komen. Oorzaken van problemen zoeken alle mensen graag buiten zichzelf. Dat geldt voor migranten en dat geldt ook voor (hoog opgeleide) roomblanke Nederlanders. Ook voor hen is het moeilijk een baan te vinden. Maar ik spreek er nog teveel die lijken te denken dat een goede baan een vanzelfsprekendheid is.
Eigenlijk is er maar weinig verschil tussen jonge werkloze migranten en pas afgestudeerde blanke Nederlanders. Mensen uit beide groepen vinden moeilijk een baan. Mensen uit beide groepen zien zichzelf soms niet als deel van de oorzaak of oplossing. En mensen uit beide groepen zijn boos als ze dit lezen. Niet allemaal natuurlijk. Maar een behoorlijk aantal toch wel vrees ik. Maar boos zijn is niet genoeg. En reageren op vacatures in de krant ook niet. Solliciteren is een volle baan.
De kans dat je als starter een baan krijgt na een sollicitatie op een vacature uit de krant is bijna nul. De Internationale Bouworde bijvoorbeeld, zocht laatst een tijdelijke parttime medewerker tegen een niet al te hoge beloning. Gevraagd werd naar academisch denk- en werkniveau. Met scheepsladingen tegelijk kwamen de brieven binnen. Er reageerden bijna tweehonderd sollicitanten met meer dan voldoende niveau en werkervaring. Iedere sollicitant had gemiddeld dus ongeveer 0,5% kans op een baan. Zoveel is dat niet. Brieven schrijven en hopen dat je zo een baan krijgt, is dus vaak niet genoeg.
Regelmatig spreek ik voor groepen afgestudeerde jonge mensen die op zoek zijn naar een baan. Ik probeer ze dan op weg te helpen. “Je moet je toekomstige werkgever kennen of leren kennen,” zeg ik dan. “Bouw je netwerk uit, laat je zien. Werk desnoods een paar weken voor niets als stagiair om het bedrijf beter te leren kennen. Zorg dat ze je kennen vóór een vacature op internet of in de krant wordt geplaatst. En neem tot die tijd gewoon alles aan. Een vliegende kraai vindt altijd wat. Een piepend kuiken moet maar afwachten.” Toehoorders vraag ik na afloop mijn contacten op Linkedin door te pluizen. “Als je toekomstige werkgever er tussen zit dan ‘link’ ik jullie graag aan elkaar.” Nog nooit heeft één afgestudeerde van dit aanbod gebruik gemaakt…
Ik weet dat het moeilijk is om als werkloze migrant op te boksen tegen de economie en de vooroordelen. En ik weet dat het ook voor pas afgestudeerden ontzettend moeilijk is om aan een baan te komen. Ik heb wat dat betreft makkelijk praten. Maar een baan komt je niet aanwaaien. En hoe terecht soms ook, mopperen of klagen heeft geen zin. Maak werk van werk. Ook wanneer je deze column belachelijk vindt. Iets anders helpt je zeker niet.
I.M. van Hattum
14 maart 2014
het enige waar ik me hier aan stoor, is, dat er bij de roomblanke Nederlander het woord afgestudeerd staat. Een werkeloze migrant is dus per definitie nergens in afgestudeerd? Verder is het gewoon waar, het is voor iedereen moeilijk om aan een baan te komen. Niet alleen voor jongeren. Voor ouderen met veel werkervaring maar geen diploma’s is het misschien nog wel erger. Werkervaring telt schijnbaar niet meer mee.
renepetersoss
14 maart 2014
Beste I.M. van Hattum, het is werkelijk niet bij me opgekomen dat iemand uit mijn woorden zou kunnen opmaken dat een werkloze migrant per definitie nergens in is afgestudeerd. Ik probeer alleen aan te geven dat een baan niet aan komt waaien en dat het niet helpt de schuld daarvoor buiten jezelf te zoeken.