De mens is de maat van alle dingen, stelde de griekse wijsgeer Protagoras in de vijfde eeuw voor Christus. Daarmee hield hij geen pleidooi voor kleinschaligheid, al hoor je dat vaak. Daarmee stelde hij dat wat goed is voor de een, nog niet goed hoeft te zijn voor een ander. Ongelijke monniken, ongelijke kappen dus.
Maatwerk
Ik denk dat Protagoras gelijk had, dat mensen en hun situaties dermate verschillen, dat algemene uitspraken eigenlijk iedereen te kort doen. Dat zegt ook iets over de manier waarop we met onze burgers en het verstrekken van voorzieningen om moeten gaan. Als we het inderdaad onrechtvaardig vinden ongelijke mensen, gelijk te behandelen, dan moeten we maatwerk voorop stellen.
Kracht en mogelijkheden
Binnen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning gaan we de methodiek van de “kanteling” toepassen. We willen uitgaan van de kracht, de regie en de mogelijkheden van mensen en hun eigen sociale netwerk. Geen mens en geen situatie is gelijk. Per mens moet dus een passende oplossing gevonden worden. Uitgaan van wat kan en minder van wat niet meer kan. Minder indicatieprotocollen dus, maar een goed gesprek. Een gesprek waarin gekeken wordt wat (nog) wel kan en waar de gemeente echt bij moet springen. De mens is de maat.
Tom Wieberdink
18 november 2011
Micro-management bij uitstek. Natuurlijk heb je gelijk dat en zoveel mensen zijn met zoveel wensen maar een beetje zwart-wit denken maakt dingen een stuk duidelijker en eerlijker. Alleen maar uitzonderingen zoeken resulteert niet in daadkracht. Griekse wijsgeren zijn ook niet meer zo betrouwbaar als ze ooit waren.
De rotterdammer die zei ‘gelijke monniken gelijke kappen’ werd wel gezien als betrouwbaar en daadkrachtig. Ga dus vooral met je tijd mee mr de geschiedenisleraar 🙂