Ik schrijf er vaker over. De kosten van de jeugdzorg lopen uit de hand. Daar zijn meerdere oorzaken voor. Maar een van de belangrijkste oorzaken is de enorme groei van het aantal kinderen dat professionele hulp nodig schijnt te hebben om gezond volwassen te worden. Nog niet zo lang geleden kreeg een op de zevenentwintig kinderen te maken met een vorm van jeugdzorg. Nu is dat een op de zeven of acht. Waar komen al die kinderen vandaan?
In de boeken van gemeenten wordt het oplopend aantal kinderen dat gebruik maakt van jeugdzorg opgenomen onder het kopje ‘autonome groei’. Groei, met andere woorden, waar gemeenten op geen enkele manier grip op zouden kunnen krijgen. En waar niemand invloed op kan uitoefenen. Alsof jeugdzorg een soort natuurverschijnsel is. Vergelijkbaar met een hoosbui of een vreselijk onweer. Want als je buiten staat en het gaat hard regenen, dan word je nat. Daar helpt geen moedertje lief aan.
In de Tweede Kamer heb ik gevraagd om een onderzoek naar de begrenzing van de jeugdzorg. Wat valt daar nu onder en wat niet? En waar zou de grens moeten liggen? Dat onderzoek heeft een prachtig stukje interessante proza opgeleverd. Kort samengevat is de jeugdwet bewust ruim opgezet zodat alle vormen van maatwerk mogelijk zijn. En kunnen gemeenten ook zelf redelijke grenzen stellen aan de zorg die ze willen vergoeden. Daar is geen wetswijziging voor nodig. Echt een prachtig stukje proza. (En geen echt antwoord op mijn vraag.)
Maar dit onderzoek maakt de jeugdzorg binnen de gemeente wel tot een politiek thema. Gemeenten zullen zelf grenzen moeten stellen. Willen we het moeilijk leren lezen van een kind oplossen door middel van individuele zorgtrajecten op kosten van de gemeente? Of toch via extra lessen in kleine groepjes binnen het onderwijs? Vinden we dat iedere hulpvraag van ouders, school of kind, per definitie met zorg beantwoord moet worden? Vergoeden we elke mogelijke zorgsoort? Met hoeveel commerciële aanbieders gaan we in zee? Hoe organiseren we de toegang? Hoe preventie? Enzovoort. En wat mag dat allemaal kosten?
Natuurlijk bestaat autonome groei. Als er in een gemeente tien personen met anorexia wonen, en er komt er wegens een verhuizing eentje bij, dan heb je tien procent autonome groei. Maar de explosie van het aantal jeugdigen dat zorg krijgt is geen autonome groei. Het is meestal het gevolg van politieke keuzes. En het directe gevolg van de wens tot een vrijwel drempelloze toegang, een zeer ruim aanbod, maximale marktwerking en een financiering zonder einde. Dat zijn gerechtvaardigde keuzes. Maar dat is geen autonome groei.
Sandra
14 juli 2020
Begrenzen binnen de jeugdwet? Ga er maar aan staan als gemeente. De wet is bewust ruim opgezet, zodat alles er onder kan vallen. Zodat het ook zeer lastig is om als gemeente daar van af te wijken. Om daar andere keuzes in te maken. Hoe juridisch houdbaar zijn die keuzes, want de jeugdwet is ruimer. De keuzevrijheid daarin lijkt me niet zo groot en daarmee ook de knop om aan te draaien niet. Een aantal zaken hoe je die organiseert (toegang, aantal aanbieders, preventie), ja dat zijn keuzes. Maar zorgsoorten, die lijken niet echt keuze. En niet op iedere hulpvraag een (professioneel) antwoord geven, ook lastig.
Erg belangrijk om deze onderwerpen te zien, goed er over terug te lezen vanuit u. Begrenzing van de jeugdzorg; klinkt noodzakelijk.
Hans Peter Verroen
15 juli 2020
Beste René,
Je beschrijft het stukje proza waarin staat dat het kennelijk tot de verantwoordelijkheid van de gemeente behoort hoe bijvoorbeeld moeilijk lezende kinderen geholpen worden….
Zijn we niet te ver doorgeslagen met het decentraliseren van de zorg??? Gaan we straks ook de behandeling van de ogen van de kinderen die niet goed kunnen lezen vanwege oogafwijking decentraal bediscussiëren en de ene gemeente de oogarts wél laten vergoeden en in de andere gemeente niet?
Nee! Dat vindt iedereen, terecht, belachelijk.
Welnu: ZORG moet in Nederland volgens landelijke regels op eenzelfde manier versterkt worden. Dus: goed dat je hebt gevraagd om landelijk kader. En stop niet voordat zorg voor iedereen wel, of juist niet, versterkt wordt op basis van objectieve criteria.
Het is toch te gek dat een kind in de ene gemeente wel een 100 meter verderop in de naastliggende gemeente níét geholpen wordt??
Succes met je goede werk in de kamer!
futurecrafts2003
15 juli 2020
En wat dacht je van de grote bevolkingsexplosie die de laatste 130jaar van 1milliard naar bijna 8milliard is gegaan? Waarom denk je dat de Aarde naar de malle moeren is het gaan? Jij ziet door de bomen het bos niet meer. Tip: Als je onkruid opruimt ,dan trek je het bij de wortel eruit en niet alleen snoeien,want dan groet het weer aan. Groet, Ruud
m.
16 augustus 2020
Tja Rene, Ieder enigszins normaal kind dat niet goed kan lezen moet geholpen worden zodat het zelfstandig later moet kunnen functioneren en de kost moeten kunnen verdienen en anders … zie onder. Wie moet en of kan die moeilijk lezende kinderen dan helpen????
Cliëntenraad, Bezuidenhoutseweg 60, 2594 AW Den Haag
Den Haag, 13 juli 2020
Betreft: Verlaging bijstandsuitkering
Referentie: LCR/20-0052/AA/ER
Geachte heer Koolmees en de heer Van ’t Wout,
Binnenkort gaat het kabinet in overleg over de Rijksbegroting 2021. Een begroting die in
het teken staat van de coronacrisis. De Landelijke Cliëntenraad (LCR) wil graag uw
aandacht vragen voor armoede in Nederland. Armoede is een hardnekkig probleem dat
de kwaliteit van leven van rond de één miljoen mensen dagelijks aantast. En dan zijn de
effecten van de coronacrisis nog niet meegenomen.
Door het huidige kabinetsbeleid is het aantal mensen in armoede de afgelopen jaren
afgenomen. Maar vanaf 2021 zal de voorgenomen jaarlijkse verlaging van de
bijstandsuitkering voor een kentering zorgen. Hierdoor komt een steeds groter deel van
de bijstandsgerechtigden onder de armoedegrens. Door dit kabinetsbeleid neemt het
aantal Nederlanders in armoede na 2021 naar verwachting met ruim een kwart toe, zo
blijkt uit onderzoek (Kansrijk armoedebeleid, CPB en SCP). En daar is zoals reeds
aangeven het effect van de coronacrisis niet in meegenomen.
Het bestrijden van schulden is één van de speerpunten van uw ministerie: Actieplan
brede schuldenaanpak. Schulden ontstaan niet alleen bij arme burgers, dat beseft de LCR
ook, maar zij zijn wel extra kwetsbaar om in de schulden te raken. Er hoeft maar iets te
gebeuren om het einde van de maand rood te staan en vervolgens dieper in de schulden
te geraken. Dat kan toch niet de bedoeling zijn als je als kabinet een Actieplan brede
schuldenaanpak uitvoert.
De gedachte achter de stapsgewijze verlaging van de bijstandsuitkering is om het voor
mensen aantrekkelijker te maken om te gaan werken. De vraag is of het verlagen van de
uitkering in de praktijk wel een goede prikkel is om het voor mensen aantrekkelijker te
maken om te gaan werken. Als mensen dagelijks zorgen hebben vanwege schulden of
om rond te komen dan staat hun hoofd niet naar het vinden van werk.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Minister en staatssecretaris
De heer W. Koolmees
De Heer B. van ‘t Wout
Postbus 90801
2509 LV Den Haag
LCR/20-0052 d.d. 13 juli 2020 2
Uit de bijstand duurzaam aan het werk gaan vraagt om inzet op scholing en het
vergroten van de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. Dat voorkomt ook dat mensen uit de
bijstand werkende armen worden.
De LCR verzoekt u dringend om de verlaging van de bijstand terug te draaien en de
koppeling met het minimumloon te handhaven, zodat de inkomenskloof niet wordt
vergroot. Met als positief effect dat de kans op armoede voor bijstandsgerechtigden met
bijna de helft afneemt.
Met vriendelijke groet,
Amma Asante
Voorzitter