In control zijn

Posted on 31 oktober 2015

3


“Wat is een goed Nederlands equivalent voor ‘in control zijn’? Eng to control is NL beheersen, maar dat klinkt zo vervelend” Dat twitterde organisatiepsycholoog en onderwijsman Hartger Wassink. Dat is een interessante vraag. Nog interessanter is de vraag waarom we ‘in control’ zijn, in de zin van beheersen, blijkbaar zo belangrijk vinden.

We doen zo ons best. Maar wat we ook proberen, de echt belangrijke dingen in het leven beheersen we niet. Natuurlijk, als we auto’s of mobiele telefoons produceren, dan kunnen we tot drie cijfers achter de komma berekenen hoe dat moet. En vervolgens kunnen we dat proces tot in het oneindige herhalen. Maar wanneer het om mensen gaat kunnen we dat (gelukkig) niet.

Een mens is geen mobieltje. Toch sturen we onderwijs- en zorginstellingen in toenemende mate aan alsof ze fabrieken zijn. Bedrijfsprocessen worden zeer nauwkeurig beschreven. Handelen wordt geprotocolleerd en fouten worden gedefinieerd als een afwijking van de ‘standaard’ of van het protocol. Dat werkt niet. En dus (we blijven tenslotte mensen) gaan we steeds fanatieker door op de ingeslagen weg. Doodlopend of niet.

Ik ken iemand die zich ‘master black belt’ mag noemen in ‘lean six sigma’. Dat schijnt vreselijk nuttig te zijn wanneer je op een veilige en efficiënte manier medicijnen wilt produceren. Op een feestje probeerde hij me uit te leggen dat het onderwijs veel baat zou hebben bij aansturing op een vergelijkbare manier. “Als schoolleider ben je dan volledig in control.” Ik verslikte me bijna in mijn biertje.

In een fabriek werkt het. Daar waar miljoenen telefoontjes op dezelfde manier geproduceerd worden, kunnen bedrijfsprocessen tot in de kleinste details worden geanalyseerd. Wanneer ergens een afwijking ontstaat is vrij exact uit te rekenen waar de fout zit en kan het bedrijfsproces worden aangepast. En bij standaard medische ingrepen kan het stap voor stap volgen van een protocol voorkomen dat er per ongeluk iets achter blijft in het lichaam van een patiënt.  Wanneer er een beperkt aantal variabelen zijn heeft deze vorm van kwaliteitszorg zeer zeker meerwaarde. Maar wanneer we over ‘mensprocessen’ praten heb ik daar grote twijfels bij.

Wanneer een leerling op het voortgezet onderwijs instroomt op bijvoorbeeld de Havo, dan verlaat hij vijf jaar later  de deur met een Havo-diploma. Het is niet de bedoeling dat een leerling blijft zitten of wisselt van niveau. In termen van kwaliteitszorg is zittenblijven of afstromen een fout die voorkomen had moeten worden. Scholen worden daar door de onderwijsinspectie ook op afgerekend. Binnen het hoger onderwijs worden instellingen afgerekend op het aantal diploma’s dat uitgereikt wordt binnen de daarvoor vastgestelde studietermijn.  Om de kans op afstromen of zittenblijven kleiner te maken moet het voortgezet onderwijs  kinderen op een zo laag mogelijk niveau laten instromen. En Hbo-instellingen worden bijna gedwongen hun studenten snel aan een diploma te ‘helpen’.

Maar er zijn honderd en een redenen waarom het voor een kind goed zou kunnen zijn om van leerweg te wisselen of een jaartje te doubleren. En maar heel weinig van die redenen hebben te maken met het bedrijfsproces. Een mens heeft nu eenmaal wat meer variabelen dan een mobiele telefoon. Volgens mij is het echt schadelijk om scholen te leiden als een diplomafabriek met zo weinig mogelijk ‘fouten’. En ik denk echt dat standaardiseren en protocolleren van mensprocessen vooral gekmakend veel werk en administratie oplevert. Ik sluit niet uit dat de inspectie tevreden zal zijn. Maar met èchte kwaliteit heeft het werkelijk helemaal niets te maken.

Posted in: Uncategorized