“Pittig, heftig en ontluisterend.” Zo ervoer burgemeester Vos van de gemeente Steenbergen een bijeenkomst waarbij gesproken werd over de eventuele komst van vluchtelingen naar zijn gemeente. Natuurlijk betrof het maar een klein deel van de aanwezigen. De meeste mensen, ook de tegenstanders van asielopvang, gedroegen zich netjes en fatsoenlijk. Maar een deel gedroeg zich ronduit intimiderend. Dat kan niet in een democratie.
“Daar moet een piemel in.” Dat en andere ‘adviezen’ kreeg inspreekster Dasja Abresch toegeschreeuwd, toen bleek dat ze voor asielopvang was. Eerder had ze al een steen door haar ruit gekregen. Enkele schreeuwers lieten zich eerder al van hun creatieve kant zien door ‘wij gaan op Vossenjacht’ te scanderen. Dat was goed gevonden. Want de burgemeester van Steenbergen heet Joseph Vos. Die woordspeling was dus humor.
Democratie betekent niet dat een meerderheid blind zijn wil mag opleggen aan een minderheid. Het betekent ook niet dat de grootste schreeuwers het grootste gelijk krijgen. Het betekent al helemaal niet dat het recht van de sterkste moet zegevieren. In een democratie worden argumenten tegen elkaar afgewogen. En neemt een door het volk gekozen groep mensen uiteindelijk een beslissing. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met bezwaren van een minderheid. Zo hoort het. Dat hebben we zo afgesproken in dit land.
Volksvertegenwoordigers en bestuurders moeten hun afwegingen in alle vrijheid kunnen maken. En burgers moeten in alle vrijheid hun mening kunnen geven. Zodra intimidatie of geweld aan de orde komen, kan dat niet meer. Want intimidatie werkt. Mensen houden uit angst of veiligheidsoverwegingen liever hun mond. Intimidatie beïnvloedt helaas gewoon de besluitvorming. De democratie met al haar vrijheden en verworvenheden, waarvoor onze ouders en grootouders inderdaad gestreden hebben, wordt zo vakkundig om zeep geholpen.
Onbeschaafde figuren heb je altijd. Ze trekken wel veel aandacht. Maar gelukkig vormen ze een kleine minderheid. Als we onze democratie en vrijheid willen behouden, dan moeten we er voor zorgen dat intimidatie uit het politieke proces blijft. De overgrote meerderheid van voor- en tegenstanders zijn dat aan zichzelf en elkaar verplicht. Politie en justitie kunnen dat niet alleen. We zullen elkaar moeten aanspreken op intimiderend gedrag. De dichter Van Randwijk schreef na de oorlog: “Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen. Dan dooft het licht.” Welk standpunt je verder ook mag hebben, Van Randwijk had gelijk.
wim slebus
22 oktober 2015
Rene – Eens en ……. je zult maar zo’n figuur als buurman hebben!
Jan van den Heuvel
22 oktober 2015
Zo terecht, Rene.
Helaas eisen en krijgen die grootste schreeuwers ogenschijnlijk het grootste podium, waaruit zij weer recht van ‘spreken’ dreigen te ontlenen.
jungleelephant
22 oktober 2015
Ik ben niet zo van en voor het overschreeuwen,maar begrijpen doe ik het wel:de overheid laat zich niets gelegen liggen aan de mening en noden van de eigen bevolking;evenals gemeenten!Allochtonen schreeuwen,dreigen,intimideren,treiteren,en wat doet politie,gemeente,woningvereniging,overheid?Niks,noppes,nada!Burger:zoek het maar uit!Maar wel je mond dicht en overal aan mee betalen!Er is een grens en die is zo onderhand bereikt!
bep
22 oktober 2015
helemaal mee eens Renee, dichter Randwijk heeft ook het juiste gesproken. als je je laat intimideren ben je het haasje…..geen vosje!
Cees van Schepen
22 oktober 2015
Natuurlijk heb je gelijk René, maar waar was “onze” verontwaardiging gedurende de afgelopen 50 jaar toen te veel haat-imaams enorme grofheden over de ongelovige mannen en vrouwen, weliswaar op een geheel andere manier, ongestraft en ongelimiteerd van de kansel predikten?
Wat nu gebeurt is, helaas, ook een (doorgeschoten) reactie op het meten met twee maten.
Wat voor de “Nederlander” terecht niet kon, kon wel voor de haat-imaam(zelfs oproepen tot haat). Wat voor de autochtone Nederlander niet kon, bijvoorbeeld uitschelden van een gezagsdrager, de politieman, kon voor zekere allochtonen wel. Wat voor de “Nederlander” niet kon in aanbod van woning en werk lijkt nu wel te kunnen voor de “vluchteling”.
Er is nu sprake van een massale instroom, die nog gevolgd zal worden door een nog grotere herenigings-toestroom, van veel mensen uit een totaal andere cultuur.
Het natuurlijk onacceptabele gedrag in Steenbergen is ook een reactie op het niet durven benoemen dat een cultuur die bijvoorbeeld vindt dat alleen een Allah het recht heeft om wetten te stellen en niet de mens in een democratie, onverenigbaar is met die westerse democratie en het westerse recht op vrijheid van meningsuiting.
Ook is het een reactie op de ontkenning of bagatellisering van fundamentele meningsverschillen die een harmonieus samenleven in de weg staan, door dit weg te poetsen onder de vlag van vrijheid van godsdienst.
Daar zou het veel en veel meer over moeten gaan.
De vrijheid van meningsuiting wordt heden ten dage vrijwillig ingeperkt omdat bij de gezicht-bepalende mediavertegenwoordigers en cabaretiers inmiddels de angst voor bedreigingen en fatwah’s overheerst.
Er worden muurdecoraties verwijderd omdat vluchtelingen die beledigend of onpas vinden. Mannen worden van vrouwen gescheiden in plaats van er op te wijzen dat vrouwen 100% gelijkwaardig zijn aan mannen.
Er wordt al 50 jaar nauwelijks of geen discussie gevoerd over de voor vrouwen stigmatiserende aspecten van het dragen van een hoofddoek, terwijl het ter discussie stellen en zelfs vergaand beledigen van alle christelijke vormen van godsdiensten in Nederland ongestraft en zelfs soms met gejuich werd en wordt begroet vanuit de politiek correcte wereld. Immers “het volk moest bevrijd worden van het juk van de kerk”. Mij lijkt dat er nog heel wat te bevrijden valt van het juk van die andere kerk.
Ik geloof niet dat mensen in zichzelf slecht zijn, noch de “Nederlander” die zich bedreigd voelt en zich misdraagt, noch de vluchteling uit die met de onze moeilijk verenigbare cultuur die niet weet om te gaan met onze vrije cultuur.
Maar wat ik wel zeker weet is dat meten met twee maten altijd funest is en dat als problemen niet benoemd mogen worden, onder het mom van politieke correctheid, een stinkende zwerende wond ontstaat die op enig moment openbarst. Ik vrees dat we daar momenteel iets van zien.
Als het antwoord daarop alleen maar blijft hangen in, op zich terechte, veroordeling en verontwaardiging, wordt er helaas weer niets opgelost. Het wordt tijd om de problemen die niet naar boven mochten komen, nu eindelijk manmoedig naar boven te halen.