De Nederlandse Vereniging van Banken pleit voor een systeem van tuchtrecht voor bankiers. Verder zouden alle bankiers een eed over integer handelen moeten afleggen. Vergelijkbare voorstellen zijn of worden gedaan voor bestuurders binnen het onderwijs, zorg en woningbouwcorporaties. Maar zouden mensen echt verkeerde keuzes maken omdat ze geen eed hebben afgelegd? Of reageren ze op prikkels die in het systeem zijn ingebakken? We zouden eens wat fundamenteler moeten kijken naar de doelen die we stellen en onze manier van sturen en leidinggeven.
What gets measured, gets done. Leidinggevenden op alle niveau’s zijn geneigd hele duidelijke doelen te formuleren en hun opdrachtnemers af te rekenen op het behalen van die doelen. Hoe die doelen worden bereikt is iets anders. Net als het uiteindelijke effect op het totaalplaatje. Die manier van sturen is in ieder geval duidelijk. Maar heeft onbedoeld ook negatieve kanten. Toen de top van de Nederlandse Spoorwegen de opdracht kreeg het aantal treinen dat te laat kwam drastisch terug te brengen, lukte dat ook. Maar veel meer reizigers dan ooit kwamen te laat op de plaats van bestemming. Toen ik ging studeren reisde ik het eerste half jaar per trein. Op het station in Nijmegen moest ik flink doorlopen om de aansluiting naar de universiteit te halen. Als de trein vanuit Oss een paar minuten vertraging had, dan wachtte de trein naar Nijmegen-Heyendaal gewoon heel even. Zodat bijna honderd studenten op tijd op het college konden komen. Als toen al gestuurd werd op het aantal treinen dat vertraging had, zou ik heel wat colleges gemist hebben. What gets measured, gets done.
Het is niet zo moeilijk voorbeelden te vinden van onwenselijk gedrag dat rechtstreeks voortkomt vanuit de doelen die we elkaar opleggen en onze manier van aansturen. Scholen die kinderen bewust op een lager niveau plaatsen dan ze aan zouden kunnen bijvoorbeeld. Omdat ze worden afgerekend op ‘onvertraagde doorstroom’ en het slagingspercentage. Of andere scholen die bepaalde kinderen helemaal niet meer aannemen vanwege hun risicoprofiel. Lees afkomst. Verkopers van verzekeringen (al dan niet telefonisch) die worden afgerekend op verkoopcijfers en niet op het geven van een eerlijk advies en klanttevredenheid. En die dus mensen willens en wetens producten verkopen die ze op zijn best niet nodig hebben. Bankiers die een hogere bonus krijgen naarmate het behaalde rendement groter is, ongeacht het risico dat ze namen om dat rendement te behalen. Of artsen die ‘productie draaien’ en medisch niet noodzakelijke ingrepen plegen om omzet te genereren. Zomaar wat voorbeelden die recent het nieuws haalden. Maar er zijn er veel meer.
Mijn stelling is niet dat alle bankdirecteuren, ondernemers of schooldirecteuren deugen. En al helemaal niet dat ze niet juridisch aangepakt zouden moeten worden wanneer ze naast het potje plassen. Wie weet, misschien helpt het afleggen van een eed wel om de nadruk te leggen op het maatschappelijk belang van het beroep. Maar zolang wij blijven hameren op aandeelhouderswaarde, omzetstijging en groei in het algemeen is dat precies wat we zullen krijgen. Ondanks de bijeffecten. En zolang we blijven sturen op het behalen van meetbare (deel)doelen blijft het gezegde ‘operatie geslaagd, patiënt overleden’ regelmatig van toepassing. Mensen doen slechte dingen. En sommige mensen lijken slecht. Maar de meeste mensen doen wat van ze gevraagd wordt. Eed of geen eed.
Rob van den Hurk
25 juni 2013
@Rene Helemaal eens en … feitelijk juist. De vraag hier onder is m.i. “In wat voor wereld willen wij leven?” Inderdaad, de huidige situatie zal nog een tijd voortduren. In die zin is GROEIEN een toverwoord maar ook een vloek gebleken. En… zijn er redelijke alternatieven voor de huidige economische modellen?
Jacques Smeets
25 juni 2013
Ik legde op 1 oktober 1970 de eed af als beginnende politieman. Dat moment kan ik me tot op de dag van vandaag precies herinneren, tot in elk detail. Ik hechtte er blijkbaar veel waarde aan.
Wanneer ik nu de discussie volg over het wel of niet afleggen van de eed of belofte, bekruipt mij het gevoel dat het helemaal niet meer om de eed of belofte zélf gaat, maar veel meer om – indien nodig – iemand met zijn hoofd op het hakblok te leggen.
De eed of belofte komt vanuit jezelf voort, vanuit een diepe overtuiging, gebaseerd op geloof/religie of op een sterk rechts- dan wel verantwoordelijkheidsgevoel.
Maar ja, wat wil je? Huwelijken worden ook plechtig met een belofte gesloten, dat je elkaar blijft steunen, totdat de dood ons scheidt.
We krijgen wat we geven.
We krijgen de leiders die we verdienen
Er gebeurt niets zonder dat wij het (on)bewust op onszelf hebben afgeroepen.
Dat zijn enkele gezegden, die voortkomen uit de esoterische psychologie. Natuurlijke wetmatigheden liggen eraan ten grondslag.
Tja, in die wereld wordt niets onderbouwd met wetenschappelijk bewijs, er wordt niets gemeten. Hier komt het aan op het zich openstellen voor andere zienswijzen, op het loslaten van bestaande structuren en patronen en op het daadwerkelijk doorvoeren van veranderingen.
Niet door de samenleving, de politiek, de school of het bedrijf, maar door het “individu”.
Wanneer mensen doordrongen raken van dit soort inzichten, verandert ook het inzicht over de eed en belofte. Gegarandeerd.
anton hoven
25 juni 2013
Ik ben het eens met J .Smeets. Een eed moet verankert zijn in een grondhouding, als dat niet lukt, dan rest ons arme mensen die we ogenschijnlijk vastbinden op een illusie.
De Noodkreet (@denoodkreet)
26 juni 2013
Integriteit komt niet voort uit een eed voor de buitenwereld, maar uit intrinsieke motivatie om “goed” te doen. Dat “goed” doen is weer verbonden aan ieders ethiek. Daarin is veel te winnen op het gebied van opvoeding, onderwijs, bewustwording en media. De meerwaarde van een eed voor de buitenwereld zal wellicht niet de allesomvattende oplossing zijn, maar dwingt wel tot reflectie op de ethiek verbonden aan de voorbeeldfunctie.
Jacques Smeets
26 juni 2013
Wat voor de een goed is, kan voor de ander kwaad betekenen én andersom. Dat geldt ook voor groepen of samenlevingen. Die twee “tegenpolen” zullen altijd met elkaar verbonden zijn.
Reflectie dient zich derhalve niet uitsluitend op het goede te richten maar ook op het kwaad. Want de mens is uitgerust met beide kanten van de werkelijkheid.
Goed en kwaad zijn derhalve waardeoordelen van het individu.
Ik heb heel wat directeuren van banken, multinationals, hulpverleningsorganisaties, politici, bestuurders en politiechefs horen uitspreken wat goed zou zijn voor ons als individu, voor de samenleving, de economie, het bedrijf, de armoedebestrijding, de veiligheid etc. Toch blijft het kwaad op veel fronten de kop opsteken. En allemaal hebben ze hier of daar een eed of belofte afgelegd.