Wethouder Hoeksche Waard. Even voorstellen

Posted on 23 april 2024

6


Even voorstellen….

Het moet 1949 geweest zijn. Alles nog volop in de steigers. Dichter Bertus Aafjes liep door de Bossche Sint Jan en keek omhoog naar waar het hoogste punt van de kerk moest zijn. Waar hij omhoog keek, keek God omlaag.

Omhoog kijkend naar het oog van God, zo hoog boven hem, vroeg de schrijver zich af hoe hij door dat oog de wereld zou kunnen zien. Hij vroeg aan een werker of het mogelijk was de steigers te beklimmen en dat grote oog te bereiken. Dat kon. En na een flinke klim lag Aafjes uiteindelijk op zijn buik op de gewelven van de Sint Jan, zoekend naar de pupil van God. Ongelofelijk maar waar, er bleek een gat ter grote van een rijksdaalder te zitten in het gestucte riet van Gods oogbol.

Liggend op wat balken en toch een beetje bang dat hij omlaag zou vallen, keek Aafjes door het gat. Wat hij zag benauwde hem. Alle perspectief bleek te verdwijnen. “Het is zó diep, en het perspectief is zó vertrokken dat de vier hoge middenpijlers niet meer recht naar beneden schieten, maar naar elkaar toe staan als vier x-benen. Er lopen wat mensen door het middenschip als zoekgeraakte mieren. De kerkstoelen en banken zijn punten en streepjes geworden.”

Aafjes, voorzitter, zag, met andere woorden heel erg veel. Zo niet alles. Maar het zei hem niets meer. Hij werd er bang van.

Gelegen op de gewelven in de Sint Jan, en kijkend door het gat ter grootte van een Rijksdaalder, besefte Aafjes dat hij veel zag en toch niets. Als de afstand te groot wordt, verliezen de dingen hun betekenis en hun perspectief. Maar waarom door een klein gaatje kijken naar mieren die mensen zijn, als je ook naar beneden kunt gaan om eens met hen te spreken?

Onze overheid, voorzitter, kan wat mij betreft nog wat leren van Aafjes. En ik ook.

Voor mij is een mens geen individu. Een mens is een persoon in relatie tot de ander. De ander met een kleine, en de Ander met een hoofdletter. Ieder mens, iedere persoon, is intrinsiek van waarde en maakt deel uit van de gemeenschap. Alleen al het woord achterstand maakt van ongelijkheid een hiërarchie. Je bent nog niet waar je komen moet om mee te kunnen doen. Dat is geen inclusiviteit. Maar inclusiviteit is geen gunst. Het is een voorwaarde.

Een mens heeft bestaanszekerheid nodig. Eten, drinken en een dak boven zijn hoofd. Wie dat niet krijgt gaat dood. Maar een mens heeft meer nodig dan dat. Een arm om zich heen. De wetenschap deel uit te maken van een gemeenschap. En zingeving. Het gevoel meer te zijn dan een willoze kurk op de oceaan van het leven. De wetenschap deel uit te maken van een groter verhaal. Er toe te doen. Ook dat is van levensbelang.

Mijn naam is René Peters, vader, partner, zoon, broer, vriend, collega en buurman. Maar vooral een mens die op zijn bescheiden manier probeert het goede te doen.

Mijn hele professionele leven ben ik werkzaam geweest op het snijvlak van onderwijs, schulden & armoede en zorg. Of het nu was als leerkracht binnen het leerwegondersteunend onderwijs, als directeur binnen het voortgezet onderwijs, als adviseur, als wethouder of als Tweede Kamerlid. Ik heb geleerd en ervaren dat ‘willen deugen,’ professionele kennis en inzet het verschil kunnen maken. Dat het vinden van antwoorden een teamsport is. Dat het in je eentje niet gaat. En dat goed genoeg nooit een eindpunt is, maar een begin naar iedere dag een beetje beter.

De afgelopen jaren als Tweede Kamerlid hebben mij veel gebracht. Ik heb mijn nieuwsgierigheid mogen botvieren, heb veel geleerd, samen mogen werken met mooie en gedreven mensen. Me in kunnen zetten voor mensen die een steuntje in de rug nodig hebben. Binnen de jeugdzorg, het onderwijs, voor mensen met schulden, voor daklozen, voor mensen in de knel. Ik werk graag samen, zowel binnen de coalitie als daarbuiten.

Mijn kennis haal ik niet alleen uit de bibliotheek. Ik ga graag op werkbezoeken, geef lezingen en ontvang mensen. Ik maak podcasts en schrijf en lees veel. ik maak graag contact en ga ik de discussie aan met mensen binnen en buiten de politiek. Mij gaat het om inhoud en aandacht voor mensen. Dat werkt en dat maakt mij gelukkig en effectief. Niet vanuit partij- maar vanuit algemeen belang.

Terug naar Aafjes. Ik wil de wereld niet beschouwen van grote hoogte. Ik wil mensen niet zien als mieren. Ik wil ze de hand schudden en in de ogen kijken. En samen een eindje oplopen in dit leven. Zo wil ik werken als mens, met mijn collega’s in het college, en als wethouder van de mooie gemeente Hoeksche Waard. Ik wil op een waardige manier opvolging geven aan het goede werk van mijn voorganger Joanne Blaak. Dat zijn grote schoenen om te vullen. Maar ik ga mijn uiterste best doen.

Hartelijke groet,

Rene

foto Casper Streefkerk

Posted in: Uncategorized