Opvoeden is meer dan te eten geven. En zorgen is meer dan voorzien in primaire levensbehoeften. Opvoeden en zorgen is ten diepste relationeel. Niet voor niets vergelijkt de Vlaamse ethicus LinusVanlaere zorg met schaken. Niet in de zin van stukken die verschoven moeten worden. Niet in de zin van voor en tegenstanders. En al helemaal niet in de zin van winst en verlies. Maar als een subtiel samenspel tussen twee mensen. Zorg gaat om deze relatie. En de rest zou aan deze relatie ondergeschikt moeten zijn. Of in elk geval de relatie centraal moeten stellen.
Een gezonde relatie is gelijkwaardig. En bij een zorgrelatie is dat geen vanzelfsprekendheid. Iemand die afhankelijk is van zorg, is dat in zekere zin ook van de zorgverlener. Een klein kind laat al merken dat het daar in principe niet van is gediend. En wil het zelf doen. Dat geldt, ondanks handicap, ziekte of gesteldheid voor iedereen.
Voor het CDA gaat zorgen om de relatie. En een gezonde relatie gaat ook om zelfbeschikking. Van de zorgbehoevende en van de zorgverlener. In dit licht mijn bijdrage. Die zich richt op vier zaken: wonen, welzijn, zingeving en gemeenschapszin. En tenslotte nog een aantal vragen.
Naast eten en drinken, heeft een mens een dak boven zijn hoofd nodig. Begrijpelijkerwijs willen mensen graag zo lang mogelijk zelfstandig wonen. En, wanneer dat niet meer kan, hebben we als gemeenschap te zorgen voor woonruimte in combinatie met zorg. En daar, voorzitter, wringt de schoen. Klopt het beeld, vraag ik aan de minister, dat er een groot gebrek is aan woonruimte in combinatie met zorg en, op middellange en lange termijn zeker, aan plaatsen in verpleeghuizen?
Waarom wordt er niet veel meer gedaan om gemeenten er toe te bewegen meer te bouwen? En waarom zorgen we er niet in een razend tempo voor dat tenminste een deel van het probleem dat we aan zien komen wordt opgelost door de bouw van meer verpleeghuisplaatsen? En klopt mijn conclusie voorzitter, dat dit probleem als we in dit tempo doorgaan op de weg die we aan het bewandelen zijn, gierend uit de klauwen gaat lopen? Ook omdat we naast de woonruimte gewoon niet meer aan het personeel zullen kunnen komen.
Is de minister het met het CDA eens dat er dus ook volop ingezet zal moeten worden op burgerinitiatieven op het gebied van wonen, welzijn en zorg. En op technologische en organisatorische innovatie? Niet alleen uit wens. Maar uit pure noodzaak. En wat gaat de minister dan doen?
Een tijd geleden geleden was ik op werkbezoek in een zogenaamd hofje. Een oud concept. Maar uiterst modern in deze vorm. Mensen wonen goedkoop en helpen zichzelf en elkaar. De bewoners zelf zijn ook vrijwilliger. “Ik kan niet goed lopen zei een man. Maar zien kan ik nog wel. Ik lees hier iedere ochtend de krant voor.” Natuurlijk, professionele ondersteuning is er. Maar niet als norm. Niet als individueel recht, maar als aanvulling op de noden van de gemeenschap. Ziet de minister deze ouderwetse, moderne vorm van zorg als een richting die we onherroepelijk op zullen gaan? En zo ja, hoe anticipeert hij op deze beweging?
Ouders die dat kunnen helpen hun kinderen een handje wanneer ze de vleugels uitslaan. Daar zijn mogelijkheden voor. Maar andersom kan ook. Zou het niet interessant zijn te onderzoeken welke maatregelen mogelijk zouden zijn om kinderen te stimuleren hun ouders te ondersteunen bij de aanschaf van een appartement bijvoorbeeld. Is de minister bereid dat in beeld te brengen?
Maar zelfs als we elkaar meer gaan zien. Als we alle mensen als wezenlijk onderdeel van de gemeenschap beschouwen. Als we de ruimte bieden aan professionals en burgerinitiatieven, dan nog is dat niet genoeg. We zullen ook gebruik moeten maken van innovaties. Van techniek. Niet als een kille vervanger van mensenhanden. Niet op de manier waarop de lopende band de arbeider heeft ontlast en tegelijkertijd van de ziel van zijn arbeid heeft verlost. Maar als ondersteuning van het wezenlijke van hulpverlenen. Zorgmedewerkers zullen betrokken moeten zijn bij de ontwikkeling en implementatie van innovaties. En net zo met de cliënten en de cirkel om hen heen. Waar zouden zij behoefte aan hebben? En hoe betrekken we hen oprecht?
Als zorg daadwerkelijk relationeel is, dan is een mens zeker meer dan zijn diagnose of zijn indicatie. Toch zijn indicaties in ons systeem noodzakelijk. Maar wat mij betreft een noodzakelijk kwaad waar we zo min mogelijk last van zouden moeten hebben. Binnen de zorgverzekeringswet en met name bij de wijkverpleging en de intensieve medische kindzorg, wordt er elk jaar om een nieuwe indicatie gevraagd. Waarom? Genezen bijvoorbeeld dergelijke kinderen? Helaas niet. Waarom stoppen we hier niet mee? En dit is geen stelling. Dit is een echte vraag voorzitter. Waarom niet?
Zorg is relationeel. Een zorgverlener kent zijn cliënt. Wanneer je een nieuwe zorgvraag moet doen, vraagt men bij gemeenten, UWV, zorgverzekeringswet enz. steeds alle informatie opnieuw op. Waarom niet alleen vragen wat er veranderd is? Dat scheelt een boel tijd en frustratie. Ook dit is geen stelling voorzitter, maar een oprechte vraag. Waarom niet? Als het gaat om het houden van grip op de werkelijkheid, kunnen we dan niet beter aan zorgverleners en cliënten vragen hoe zij denken dat ze kunnen aantonen dat ze kwaliteit tegen een goede prijs vragen en leveren? Voorzitter, indiceren kun je afleren. Maar niet gemakkelijk. Dat is een hele klus. Hoe ziet de minister dat?
We hebben als Tweede Kamer een rondetafelgesprek gehad over de handreiking kindzorg. Ik ben daar van geschrokken voorzitter. Er was overduidelijk een vertrouwensbreuk tussen alle partijen. En dat terwijl het maar over zo’n relatief geringe groep ouders met kinderen gaat. Over relationele zorg gesproken. wat gaat de minister doen om deze vertrouwensbreuk tussen verpleging, ouders, medische zorg en zorgverzekeraars onderling te herstellen. Of het heft zelf in hand te nemen. In het belang van deze ouders en hun kinderen. Er is een nieuwe versie van de handreiking gekomen, lees ik. En de klachten zijn zeker niet verholpen. En nu?
Als er een vorm van zorg bij uitstek relationeel is, dan is het de huisartsenzorg. De huisarts kent zijn of haar patiënten van haver tot gort en bijna van de wieg tot het graf. Toch blijkt het in een aantal gevallen nog bijzonder ingewikkeld zo niet onmogelijk om een huisarts te nemen. Volgens televisieprogramma RADAR willen huisartsen geen in huis genomen moeder als patiënt. En cliënten met een WLZ indicatie die weer buiten een instelling gaan wonen hebben vaak hetzelfde probleem. Herkent de minister dit? En ook dat dit probleem niet nieuw maar behoorlijk hardnekkig is. En hoe gaat de minister er voor zorgen dat huisartsenzorg voor iedereen beschikbaar is of komt?
Met betrekking tot de medisch-generalistische zorg zien we dat er voor de ouderenzorg op landelijk niveau (in sommige regio’s wel) weinig vooruitgang waarneembaar is;
Dat is jammer en de CDA-fractie betreurt dat. Vorig jaar heeft bij de begrotingsbehandeling van VWS mijn collega Slootweg daarvoor toen ook aandacht gevraagd;
Onlangs hebben we ook op TV weer kunnen zien waar dat toe kan leiden, zoals bijvoorbeeld een oudere vrouw, die door haar dochter in huis is genomen, die geen huisartsenzorg kan krijgen en daarmee ook geen recept voor haar medicijnen. Daar moeten we nu echt vanaf;
We hebben gezien hoe goed partijen onder regie van de VGN tot praktische en werkbare afspraken zijn gekomen voor medisch-generalistische zorg in de gehandicaptenzorg. Daarvoor past een compliment aan de partijen die hun verantwoordelijkheid hebben genomen;
Goed voorbeeld doet goed volgen, zou ik willen zeggen. Ik verwijs in dat kader ook naar het rapport van de NZa van juli van dit jaar waarin ook wordt aangedrongen op het tot stand komen van soortgelijke afspraken over medisch-generalistische zorg in de ouderenzorg;
In december 2019 ontving de TK een brief waarin werd gezegd dat Actiz de regie zou pakken om tot die afspraken te komen. Wij constateren helaas nu een impasse tussen partijen;
Wij vragen de minister om actie want op korte termijn moet ook voor ouderen medisch-generalistische zorg te allen tijde beschikbaar zijn;
Zorg gaat bij uitstek om relaties. Een mens is niet geholpen wanneer er voor eten en drinken en een dak boven het hoofd is gezorgd. Een mens is geen individu. Het is een persoon in relatie tot de ander. Dat is ook zo wanneer je er niet in gelooft. Laten we in die geest handelen.
Noel Deryckere
10 december 2020
Beste René,
Een verademing om een volksvertegenwoordiger (jij dus) opnieuw in nomale begrijpelijke taal en als mensen-mens in deze tempel te horen spreken. Ook nog eens een uiitstekende en prikkelende inbreng te horen leveren. Gelukkig weer eens een echt Cda-geluid. Benieuwd naar de reacties van de minister.
Het wordt tijd dat we stoppen met nota’s, onderzoeken enz. Afgelopen periode veel geld rondgepompt. Helaas is er geen of nauwelijks gepaste woonruimte (met zorg) bij gekomen voor de doelgroepen starters en ouderen. In tegendeel tekorten lopen met de dag op.
Geriatrische afdelingen van ziekenhuizen (ETZ bij voorbeeld) slippen dicht. Patiënten blijven omdat er in V&V geen plaats is. Los van de onnodige kosten, mensen krijgen niet wat ze nodig hebben. Ouderen met beginnende dementie blijven noodgedwongen thuis wonen. Ook al kan dit niet meer met thuishulp en mantelzorg. Huisartsen verzuipen. Echt schrijnende situaties bij ouderen en hun naasten. Respijthuizen, ondersteuning voor mantelzorgers, de vrijwilligers- en mantelzorg presentje of bedankje door de gemeente allemaal.goed bedoeld maar daarmee los je het echte probleem niet op.
Schotten tussen de financiering en daarmee gepaard gaande bevoegdheden brengen het oppakken van verantwoordelijkheden in de war en geven vrij spel tot opportunistische bedrijfsvoering in plaats van samen de koe bij de horens te vatten.
Brabant, Zeeland en Limburg (Zuid-Nederland) behoren tot de top 5 van de vergrijzing in Nederland. De.tijd is gekomen om ons daar op te richten. Want juist daar is de hoogste nood. Er zijn in Brabant prachtige initiatieven vanuit de sociale basisstructuren, het maatschappelijk middenveld. Helaas is ook hier veel stroefheid en belemmering in medewerking. Veel partijen….wat de boer niet kent eet-ie niet….verschillende financieringsstromen …..
Het is nu de tijd om alle handen uit de mouwen steken en resultaat boeken. Blijkbaar is het hiervoor nodig dat verantwoordelijken zoals gemeenten, zorgaanbieders, zorgkantoren hulp krijgen in de vorm van ‘aanwijzingen’. Dat er coördinatie ontstaat door een gezag dat maatregelen kan forceren.
Decentralisatie met een ongewild effect van machteloosheid mede door versnippering in bevoegdheden, versnippering in financiering, en tegelijkertijd maatregelen nemen/ schepen achter je verbranden (b.v. sluiting bejaardenoorden, zo lang mogelijk thuis en nu weer bezuinigingen in zorgzwaarte 4) blijkt funest te zijn. Dit wisten we vooraf al wel maar politiek kwam het er goed uit. Ook decentraliastie is prachtig, maar het moet wel werken.
Doorstroming van ouderen die dit wensen naar een kleinere woning? Stokt vooral omdat er geen passende woonruimte is eigen dorp, wijk, in de buurt van bestaande sociale contacten. Stokt omdat verhuizen vaak inhoud dat de huur drastisch omhoog gaat terwijl je pensioen brutto jaar na jaar gelijk blijft en er netto besteedbaar steeds minder over blijft. Kortom, voldoende stof voor beleidswijzigingen.
Woonnota’s maken per gemeente is prachtig. Als ze dit al voor elkaar krijgen. Maar daar bouw je geen woningen mee. Ik zie dat onze provincie op inzet van het cda nu vanuit ‘wonen’ het heft in handen neemt. Goed initiatief, zeer blij mee. De aanpak met een week van het wonen, met een motie daarop betrekking hebbend biedt een goede basis en perspectief. Maar ontbreekt het de provincie niet aan (machts)middelen en aan mandaad om echt het verschil in productiviteit te kunnen maken?. Beperkte wettelijke taak en primaat bij anderen.
Ook den Haag lijkt vleugellam, laat studies doen en nota’s maken, veel geld in allerlei zaken behalve productie last staan versnelling. De primair verantwoordelijke partijen wachten op elkaar….en maken het nog ingewikkelder om succesvol tot resultaat te komen. Deelbevoegdheden en deelverantwoordelijkheden als sleutel tot niets doen? Als hefboom tot belangenstrijd? Als wapen in machtsverhouding?
Daar moeten we iets aan doen om schot in de zaak te krijgen. Rijk en provincie kunnen dit samen oppakken. Il heb al eerder de suggestie gedaan de provincie een meer sturende rol toe te kennen. Het zou bijvoorbeeld goed zijn als stimuleringsmiddelen i.k.v. woningbouw via de provincie gaan die daarmee iets meer in handen heeft dan nu om richting en versnelling te geven aan het proces. Zou het stimulerend werken als bijvoorbeeld corporaties die i.k.v. de demografische ontwikkeling en daar waar de nood het hoogst is in woon-tekorten verlost worden van de afdracht aan het Rijk mits dat geld gebruikt wordt om tot konkrete oplossingen te komen?
Voor deze suggesties zijn wellicht nog betere. Maak mij niet uit, als er maar doorgepakt wordt. Als we nu niet aanpakken zitten we 10 jaar verder met een onoplosbaar maatschappelijk probleem. Nu kan het nog, al.is het reeds 1 voor 12.
Groeten, Noël Deryckere