Met CDA’ers uit de Peel bezocht ik gisteren ‘Bijzonder Jeugdwerk’ in Deurne. Ik ga graag, veel en vaak op werkbezoek. Voor iemand die van nature nieuwsgierig is, is het Kamerlidmaatschap een feest. Je komt overal. Leeswerk, rondleidingen, gesprekken met cliënten en medewerkers zijn interessant. Uiteindelijk gaat het er om welke bruikbare conclusies er te trekken zijn.
De meeste lezers van mijn blogjes zullen het wel weten. Voor ik wethouder en Kamerlid was, werkte ik in het onderwijs. En, als ik eerlijk ben, blijft dat ook het allermooiste. Samen met gedreven collega’s het beste halen uit kinderen. Mooier wordt het niet. De mooiste rol in het onderwijs vind ik de mentor. In mijn ogen is dat de pedagogische spil waarom het draait. (Of zou moeten draaien.)
Goede mentoren houden van kinderen. Dat is en blijft de basis. We leren op opleidingen soms dat een echte professional een beetje op afstand blijft. ‘Professionele distantie’ noemen we dat. Ik spreek liever over professionele nabijheid. Dicht bij je leerlingen. Zien wat er aan de hand is. Er voor ze zijn. Maar ook weten wanneer je armen te kort zijn om iets echt op te lossen. En op tijd hulp vragen als ook jij het even niet meer weet.
Het is een moeilijk evenwicht. Bij sommigen is het aangeboren. Maar de meeste mentoren hebben er enige ervaring voor nodig. Zien wat er speelt, dat op je in laten werken en actie ondernemen. Zien, bewogen worden en in beweging komen. Daar gaat het om. Veel kan een mentor zelf. Voor leerlingen is dat vaak ook beter. Zo’n mentor is betrokken en kan direct de juiste aandacht geven. Vaak is een beetje bijsturen voldoende. En soms ook niet.
Ik ken mentoren in alle soorten en maten. Mentoren die eigenlijk niets zagen, laat staan doen. “Als er iets is, dan komen ze wel.” Dat zijn de ergsten. Mentoren die wel zien, maar zelf niets doen. En direct doorverwijzen naar specialisten buiten of binnen de school. Die zijn of lui, of bang om fouten te maken. Je hebt ook mentoren die denken dat ze alles alleen kunnen doen. Die zien, maar worden zo bewogen dat ze, uit liefde voor hun leerlingen maar blijven doormodderen.
Ik ken en heb veel voorbeelden. Maar ooit hoop ik een mentor te worden als Piet. Liefde voor het vak en liefde voor de leerlingen dropen er bij hem van af. Leerlingen hadden respect voor hem en ouders vertrouwden hem. Bij hem waren de moeilijkste leerlingen veilig. Als er iets dwars zat, dan was hij er voor hen. Hij was zeer ervaren, raakte dus niet vlug in paniek en loste veel zelf op. Maar hij kende ook zijn beperkingen. Als Piet hulp vroeg, dan stonden alle stoplichten meteen op groen. “Dat vraagt hij niet zomaar.”
Terug naar het werkbezoek in Deurne. Tijdens de gesprekken met medewerkers en cliënten, maar ook tijdens de nabespreking met raadsleden en wethouders, ging het lang over de rol van de wijkteams. De paralellen met mentoren op school liggen nogal voor de hand. “Het valt ons op dat onervaren leden van een wijkteam gemakkelijk doorsturen naar de zwaarste vorm van zorg. Ze schrikken nogal snel. En dat is duur” maar ook: “Het wordt pas echt duur, wanneer pas opgeschaald wordt naar zware zorg na tien mislukte ervaringen met lichte zorg.”
Ik geniet van werkbezoeken. Altijd wel eigenlijk. En ik ben daarin niet alleen. Niet voor niets reserveren veel Kamerleden de maandagen en de vrijdagen om het land in te gaan. Je wordt er altijd wijzer van. Tijdens nabespreking van het bezoek met raadsleden en wethouders van het CDA werd me in ieder geval een ding duidelijk. Over de transitie valt veel goeds en slechts te zeggen. Maar succes staat en valt met de kwaliteit van wijkteams. Zoals goed onderwijs staat of valt met goede mentoren.
Wil de Kort
8 juni 2019
Helemaal eens René. We moeten de beste mensen aan de voorkant dicht bij de kinderen en hun ouders plaatsen.
Gabie Conradi
8 juni 2019
De spijker op zijn kop!! Professionele nabijheid: lef en daarin gesteund worden + je grenzen kennen!
Mooi geschreven René!
g.Steverink
8 juni 2019
Dag Rene
Helemaal met je eens. Wijkteams zouden feitelijk bemenst moet zijn met zware medewerkers.
Maar ook de basisteams J&G. Misschien hier nog meer. Vroeger kenden wij de voortgezette opleiding maatschappelijk werk – nu zouden wij spreken van een post HBO – en ook opleiding met bepaalde specialisaties. Dit is volgs mij niet meer. Er zou meer nagedacht moeten worden bij de leiding van organisaties welke kennis en vaardigheden medewerkers moeten hebben die in een wijkteam of sociaal teams in de eerste opvang moeten zitten. In de jaren 70 werkten vaak mensen met een voortgezette opleiding bij intake processen,
Ik ben van mening dat door “zware” medewerkers op deze posten te zetten, meer in de eerste
lijn kan worden opgelost. En waarschijnlijk ook denk ik bij jeugd en gezinsproblematiek.
Frans Jaspers
9 juni 2019
Nabijheid en in verbinding blijven met kinderen/jongeren en hun ouders, is een belangrijke sleutel om vroegtijdig en preventief in te steken op mogelijke zorgvragen.
Dit staat in schril contrast met de prestatiecultuur in het onderwijs die zoveel tijd, energie en middelen vraagt en waar je ook nog eens op wordt afgerekend.
Quote van een jongere: ‘Ik ken de namen van de Europese hoofdsteden maar niemand heeft me geleerd om te gaan met teleurstellingen’!
marijkecasamaricanl
10 juni 2019
Heel zuur dat u het heeft over ‘er zijn voor je leerlingen’ terwijl dat precies is wat de Hoef uit Lierop doet voor hun cliënten. Ik kan u vertellen, zelf een ouder met dochter met autisme, en veel ervaring in werken met professionals, dat ik den Hoef heb ervaren als van een zeer hoog niveau, zeer dicht bij de kinderen en ouders met gedreven professioneel personeel. Een zorgverlener met visie en een hart. En ik heb alle recht dat te zeggen, aangezien ik al meer dan 20 jaar met zorgverleners te maken heb gehad Een verademing als je dan echt een partner in het begeleiden van je kind hebt gevonden waarmee je echt iets bereikt, die ook jou respecteert. U kunt vanachter uw pc uw leuke blogje schrijven, maar staaf uw beweringen dan aan de werkelijkheid en ga op een werkbezoek, wat u zegt zo graag te doen, naar Den Hoef in Lierop. Wanneer ik daar een blogje van heb zien verschijnen van u kan ik u wellicht serieus nemen. Wij, ouders en cliënten en hard werkende zorgverleners, hebben geen wollige verhaaltjes en beloftes nodig maar daden. Dank u.
Saimy
11 juni 2019
Na jou vorige Blog met conclusies zonder een werkbezoek te hebben gehad, weet ik niet hoe serieus ik deze blog moet lezen. Je hebt hierin wat goed te maken door een werkbezoek te plannen naar betreffende organisatie en een rectificatie schrijven op je vooroordeel, Aan je eerdere blog.
Gerard Steveirnk
11 juni 2019
Beste Saimy
Ik hoef het niet voor Rene op te nemen. Toch een reactie. Hij heeft het niet over de kwaliteit van de medewerkers in de instelling. Hij heeft het over de ingang: de Wijkteams en J&G team. En ik ben het met hem eens dat ook mijn indruk is dat bij de “ingang” zware kwaliteit aan medewerkers moet zijn, ja ook met heel veel empathie, en vooral met kennis. Rene schrijft:”Het valt ons op dat onervaren leden van een wijkteam gemakkelijk doorsturen naar de zwaarste vorm van zorg” EN DAT HEEFT MET KWALITEIT TE MAKEN. De enige vergelijking die hij maakt is dat er mentoren zijn op scholen bijv. die onvoldoende kwaliteit en empathie hebben om op de JUISTE manier de leerling te begeleiden.